De gr

In openbare zitting

Motivering:

Gelet op het decreet lokaal bestuur.

Gelet op de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten d.d. 3 juli 1978.

Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, artikelen 100ter en 102ter.

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27 mei 2024 aangaande de gezamenlijke rechtspositieregeling voor gemeente- en OCMW-personeel.

Gelet op de programmawet van 18 juli 2025 (BS 29 juli 2025) en meer bepaald titel 5 hoofdstuk 2 aangaande ouderschapsverlof voor pleegouders vanaf 1 juli 2025.

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, wat betreft het toekennen van omstandigheidsverlof in geval van zwangerschapsverlies.

Gelet op de overeenkomst tussen de sociale partners van de publieke sector inzake de regeling van de jaarlijkse vakantie voor de openbare zorg- en welzijnsvoorzieningen die door de Vlaamse Gemeenschap worden erkend en/of gesubsidieerd (VIA-sectoren).

Gelet op het collegebesluit van 4 augustus 2025 aangaande de goedkeuring van de implementatie van een cafetariaplan waardoor het artikel van de RPR betreffende de mogelijkheid van het voorzien van een theoretisch budget aan de hand van de eindejaarstoelage en/of attractiviteitspremie dient te worden aangepast en uitgebreid.

Gelet op het collegebesluit van 4 augustus 2025 waar voorgesteld werd om de maandelijkse bijdrage van het bestuur van 10 euro bij de fietsleasing gedurende de looptijd van 3 jaar niet meer toe te kennen voor nieuwe contracten die opstarten in 2026, waardoor bijlage V van de RPR dient aangepast te worden.

Gelet op het (digitaal) Bijzonder Onderhandelingscomité van 30 juni 2025 met een protocol van akkoord in bijlage.

Gelet op het Bijzonder Onderhandelingscomité op 2 september 2025 met een protocol van akkoord wat betreft de fietsleasing en het ouderschapsverlof bij pleegzorg en een protocol van niet-akkoord wat betreft het cafetariaplan.

Besluit:

Met algemene stemmen

Art. 1 :  De inhoud van art. 76 en 77 met betrekking tot het theoretisch budget wordt vervangen door volgende bepalingen naar aanleiding van de invoering van een cafetariaplan voor het personeel:

Artikel 76

Van de eindejaarstoelage (en/of attractiviteitspremie), kan op vraag van het personeelslid 'geheel' of 'gedeeltelijk' afstand gedaan worden ten voordele van een theoretisch budget waarmee het personeelslid maatschappelijk verantwoorde voordelen kan kiezen. Het personeelslid kan een keuze maken uit:

- fiets

- multimedia

- terugbetaling premies individuele verzekeringen gezondheidszorgen
 

Artikel 77

§1 Het theoretisch budget waarvan sprake is niet opeisbaar. De voordelen die het personeelslid vrij kiest binnen de grenzen van dit theoretisch budget, worden wel opeisbaar van zodra ze opgenomen worden in een individueel akkoord tussen het personeelslid en het bestuur. Bij gebrek aan een individueel akkoord, blijft het recht op de eindejaarstoelage (en/of attractitiveitspremie) onverkort van toepassing.

Het theoretisch budget omvat de totale loonkost voor de werkgever, met inbegrip van alle werkgeverskosten die verbonden zijn aan deze eindejaarstoelage (en/of attractiviteitspremie), zoals de patronale RSZ-bijdragen van de werkgever.
 

Het personeelslid moet zijn keuze om de eindejaarstoelage (en/of attractiviteitspremie) 'geheel' of 'gedeeltelijk' om te zetten maken op een moment dat er nog geen verworven rechten op die eindejaarstoelage (en/of attractiviteitspremie) bestaan.

Indien het theoretisch budget niet volledig wordt opgebruikt door de gekozen voordelen, wordt het saldo ervan terug omgezet in een bruto premie. Deze wordt aan het personeelslid overgemaakt na afhouding van de noodzakelijke bijdragen en uiterlijk op 31 december van het in aanmerking te nemen jaar.

§2 De concrete modaliteiten omtrent de gekozen voordelen worden uitgewerkt in een afzonderlijk cafetariaplan.

De concrete modaliteiten over fietsmobiliteit zijn uitgewerkt in bijlage V aan de rechtspositieregeling. 

Art. 2 : Art. 122 met betrekking tot toekenning tweede pensioenpijler aan het contractueel personeel, wordt als volgt gewijzigd:

Art. 122.§1. Alle contractuele personeelsleden die sinds 1 januari 2010 minstens 1 jaar in dienst zijn van het lokaal bestuur, komen in aanmerking voor een tweede pensioenpijler.

Art. 3 : Bij art. 144 §1 wordt een extra alinea toegevoegd, specifiek voor het VIA-personeel:

Art. 144.

...

§3. Personeelsleden van de VIA6-diensten hebben recht op 3 weken aaneensluitend verlof.

Art. 4 : Bij art. 177 wordt een nieuwe alinea toegevoegd naar aanleiding van de mogelijkheid om ouderschapsverlof te kunnen nemen bij langdurige pleegzorg:

Art. 177.§1. Het personeelslid heeft recht op dit ouderschapsverlof:

●               Naar aanleiding van de geboorte van zijn kind zolang het kind de leeftijd van 12 jaar niet heeft bereikt op de ingangsdatum van de gevraagde onderbreking

●               In het kader van de adoptie van een kind, gedurende een periode die loopt vanaf de inschrijving van het kind als deel uitmakend van zijn gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft, en dit zolang het kind de leeftijd van 12 jaar niet bereikt heeft op de ingangsdatum van de gevraagde onderbreking

●               Indien het om een kind met een handicap gaat, wordt deze maximale leeftijd opgetrokken tot 21 jaar

●               In het kader van de plaatsing van een kind voor minstens 6 maanden in een gezin voor langdurige pleegzorg zolang het kind de leeftijd van 12 jaar niet heeft bereikt op de ingangsdatum van de gevraagde onderbreking. De pleegouder dient officieel aangesteld te zijn door een rechtbank of een door de bevoegde gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg of de bevoegde gemeenschapsdiensten inzake jeugdbescherming. Het recht blijft gelden zolang het kind effectief in het gezin van de werknemer geplaatst is in het kader van langdurige pleegzorg. De werknemer moet uiterlijk bij de start van het verlof de nodige bewijsstukken aan de werkgever overmaken.

Art. 5 : Bij art. 205§1 wordt volgende punt (18°) toegevoegd naar aanleiding van de toekenning van 2 werkdagen omstandigheidsverlof bij zwangerschapsverlies (tot 180 kalenderdagen):

18° Zwangerschapsverlies (tot 180 kalenderdagen) bij een personeelslid of bij de echtgenote of samenwonende partner van een personeelslid: 2 werkdagen omstandigheidsverlof. Het verlof wordt toegestaan op basis van vertrouwen, waarbij een melding aan de leidinggevende volstaat.

Art. 6 : Bijlage V Fietsleasing wordt aangepast in volgende artikels:

- op alle plaatsen waar 'eindejaarstoelage' vermeld, wordt vermeld 'eindejaarstoelage (en/of attractiviteitspremie)' omdat deze sinds kort ook in aanmerking komt om gebruikt te worden voor het 'theoretisch budget'

-art. 3.1.

Alle actieve personeelsleden met een contract van onbepaalde duur, met een tijdelijk of vervangingscontract of met een statutaire aanstelling, maar met een minimum anciënniteit van 6 maanden die regelmatigvoor minimum 1/5 van zijn/haar prestaties op jaarbasis voor het woon-werkverkeer of een deel van het woon-werkverkeer de fiets gebruiken (exclusief thuiswerk, verlof en ziekte).

Personeelsleden die uitgesloten zijn van dit fietsplan:

● Personeelsleden die loonbeslag, loonoverdracht, collectieve schuldenregeling, beslag omwille van achterstallige alimentatie hebben.

....

- art. 3.2. Volgende zin wordt geschrapt naar aanleiding van het afschaffen van de 10 euro bijdrage van het bestuur bij nieuwe contracten vanaf 2026

De werkgever komt  financieel tussen op de volgende wijze: maximum de helft van de leasingkost per persoon per maand en dit geplafonneerd tot een vast bedrag van 10 euro per maand. De bijdrage wordt gegeven gedurende de looptijd van de leasing en dit voor maximaal 36 maanden.

-art. 8.2 Hier wordt ook een bepaling opgenomen die verwijst naar de gevolgen bij privatisering van diensten:

Bij overlijden of bij privatisering van gemeentelijke of OCMW-diensten zal je fietsleasecontract eindigen en zal de fiets teruggegeven worden aan het lokaal bestuur Asse, zonder het betalen van een beëindigingsvergoeding.

- toevoeging van een nieuw art.13 met een overgangsbepaling, zodat bij de huidige lopende contracten de huidige bijdrage van 10 euro per maand behouden blijft:

- art. 13 Overgangsbepaling

Voor contracten afgesloten in 2023, 2024 en 2025 blijft volgende bepaling van kracht:

“De werkgever komt financieel tussen op de volgende wijze: maximum de helft van de leasingkost per persoon per maand en dit geplafonneerd tot een vast bedrag van 10 euro per maand. De bijdrage wordt gegeven gedurende de looptijd van de leasing en dit voor maximaal 36 maanden. “

Art. 7 : In bijlage VI Overzicht van de verloven  wordt nog "Afwezigheid wegens dwingende redenen en zorgverlof" toegevoegd.

Art. 8 : Deze bepalingen treden in werking vanaf 15 september 2025, tenzij anders bepaald door een hogere regelgeving.