Het vabu

Motivering:

Bevoegdheid

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Juridisch

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, inzonderheid de bepalingen met betrekking tot de bevoegdheid van de algemeen directeur voor het dagelijks personeelsbeheer.

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 mei 2024 houdende de gemeenschappelijke rechtspositieregeling voor gemeente- en OCMW- personeel en latere wijzigingen.

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 februari 2025 waarbij het begrip 'dagelijks personeelsbeheer' wordt vastgesteld.

Art. 461 van het Strafwetboek.

Art. 35 van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten d.d. 3 juli 1978.

Feitelijk

Mevrouw Lorin Yousef is sinds 1 januari 2025 via OCMW Asse tewerkgesteld bij VZW Vites in het kader van art. 60 §7.

Op 28 juli 2025 werd het OCMW er via de trajectbegeleider van Vites VZW van op de hoogte gebracht dat er een vermoeden van diefstal was door mevrouw Lorin Yousef.

Er was eveneens een getuigenverklaring ondertekend door dhr. Stefaan Vrijders, werkleider Kringwinkel Opwijk (als bijlage).

Volgende feiten werden vastgesteld:

Vrijdag 25/7

Stef V. ziet een zak in de stock staan met schoenen en textiel in. Hij vindt dit raar en zet dit als controle op een andere plaats. Door drukte denkt hij verder niet meer aan deze zak.

Zaterdag 26/7

Stef gaat op zoek naar de zak maar kan deze niet terugvinden. Hij vraagt aan een andere medewerker of hij toevallig weet waar de zak naartoe is. Deze zegt dat Lorin deze genomen heeft om te betalen tijdens de pauze van Stef.

Stef controleert de kassa rond de periode van zijn pauze maar kan tussen 16u-17u geen verkoop van schoenen terugvinden noch is de personeelscode van Lorin gebruikt. De afspraak is ook enkel betalen bij de leidinggevende en Stef was als enige leidinggevende aanwezig.

Maandag 28/7

Steven De Block, operationeel verantwoordelijke, controleert de camerabeelden en merkt op dat rond 15.52u Lorin een zak verstopt in het magazijn.

Om 16u vindt Stef deze zak en zet deze op een andere locatie om te kijken wie deze zal zoeken.

Om 16.10u gaat Lorin naar het magazijn en zoekt deze zak. Wanneer zij hem vindt zet ze deze vooraan het magazijn om deze iets later weg te nemen.

Na telefonisch contact met de trajectbegeleidster van OCMW Asse, werd een algemene lockercontrole uitgevoerd bij alle medewerkers in Kringwinkel Opwijk. Tijdens deze controle werd de zak die Stef in de stock gevonden had teruggevonden in de locker naast die van Lorin.

Stef confronteert Lorin maar zij ontkent dat de zak van haar is en zegt daarna dat dit voor een klant is / dat een klant dit heeft binnengebracht. Ook in dit geval is er geen enkele reden om gekochte goederen van klanten of binnengebrachte goederen te stockeren in de persoonlijke lockers.

De procedure bij aankopen (als bijlage) werd ook duidelijk uitgelegd aan mevrouw Yousef.

Aangezien het vertrouwen volledig weg is stuurt Stef Lorin naar huis terwijl hij contact opneemt met OCMW Asse.

Op één paar schoenen staat nog de prijs € 8 aangegeven, op het tweede paar schoenen en de jurk staat geen prijs. Op geen een van alle goederen is een alarm terug te vinden, noch is er in de zak een kassaticket gevonden.

Volgens art. 461 van het Strafwetboek is iemand schuldig aan diefstal wanneer hij een zaak die hem niet toebehoort bedrieglijk wegneemt.

Onder dringende reden wordt verstaan de ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt.

Aangezien diefstal een zeer ernstige fout is, die aanleiding kan geven tot ontslag om dringende reden, werd mevrouw Yousef Lorin op 11 augustus om 14 uur uitgenodigd om gehoord te worden door het vast bureau.

Besluit:

Enig art.: Mevrouw Yousef Lorin wordt gehoord.

Er wordt een ander werk voorgesteld om bijkomende werkervaring op te doen.