Gemeente Asse

Zitting van 21 december 2021

Van 20:30 tot 21:10

 

Aanwezig:

Johan De Rop, Voorzitter;

Koenraad Van Elsen, Burgemeester;

Peter Verbiest, Hendrik De Baerdemaeker, Jan De Backer, Geert Heyvaert, Joris Van Den Cruijce en Emiel Saerens, schepenen;

Edwin Fabri, Willy Michiels, Yoeri Vastersavendts, Kristof Gaublomme, Tim Lengeler, Erik Beunckens, Edward Van Keer, Marie-Berthe Wyns, Katleen Meersseman, Guy De Bondt, Orhan Sahin, Niel Delgouffe, Danny Van Hemelrijck, Finke Jacobs, Johan Berben, Theo Hamers, Chris De Knop, Laura Casagrande en Cecile Sillis, Raadsleden;

Lander Van Droogenbroeck, Algemeen directeur;

Verontschuldigd:

Sigrid Goethals, Schepen;

Rita De Vos, Gilbert Verdoodt en Chris Lanssens, Raadsleden;

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2021

 

Goedkeuring notulen 18 oktober 2021.

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Feitelijk

 

Als bijlage, de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18 oktober 2021.

 

Besluit:

Met algemene stemmen

 

 

Enig art. : De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van

 18 oktober 2021 goed.

 

Publicatiedatum: 22/02/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2021

 

Akteneming voorzitter raad voor maatschappelijk welzijn.

 

 

Motivering:

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur dd. 22 december 2017, artikel 69;

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad tot verkiezing van de voorzitter van de gemeenteraad;

Overwegende dat de voorzitter van de gemeenteraad van rechtswege ook de voorzitter is van de raad voor maatschappelijk welzijn, in dit geval Tim Lengeler.

 

Besluit:

Met algemene stemmen

 

Enig art. : Akte te nemen van de van rechtswege aanstelling van Tim Lengeler tot voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Publicatiedatum: 22/02/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2021

 

Akteneming van de aanstelling van de nieuwe voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

 

Motivering:

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 90;

Gelet op het proces-verbaal van de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 2 januari 2019;

Overwegende dat Katleen Meersseman als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst de decretaal voorziene eed heeft afgelegd in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn;

Overwegende dat deze eedaflegging ook geldt als eedaflegging voor het mandaat van schepen zoals vermeld in artikel 42, §1, derde lid decreet over het lokaal bestuur;

 

Besluit:

Met algemene stemmen

 

Art. 1 - Akte te nemen van de aanstelling van Katleen Meersseman als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst met ingang van 1 januari 2022.

 

Art. 2 - Akte te nemen van de eedaflegging van Katleen Meersseman als voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst die tevens als schepen wordt toegevoegd aan het college van burgemeester en schepenen vanaf 1 januari 2022.

 

Publicatiedatum: 22/02/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2021

 

Akteneming van de aanstelling van de nieuwe leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

 

Motivering:

Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 90;

Gelet op het proces-verbaal van de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 2 januari 2019;

Overwegende dat het mandaat voor leden Rudy Lengeler en Katleen Meersseman een einde neemt op 31 december 2021, zoals opgenomen in de akte van voordracht;

Overwegende dat uit onderzoek van de geloofsbrieven blijkt dat de te installeren leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en zich niet in een situatie van onverenigbaarheid bevinden;

Overwegende dat de te installeren leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst de voorgeschreven eed hebben afgelegd in handen van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn;

 

Besluit:

Met algemene stemmen

 

Art. 1 - Akte te nemen van de aanstelling van Griet Van den Broeck en Emiel Saerens als leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst, met ingang van 1 januari 2022.

 

Art. 2 -  Akte te nemen van de eedaflegging van Griet Van den Broeck en Emiel Saerens als leden van het bijzonder comité voor de sociale dienst, met ingang van 1 januari 2022.

 

Publicatiedatum: 22/02/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2021

 

VIA 6-akkoord recurrente verhoging eindejaarstoelage.

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Juridisch

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 tot wijziging van artikel 135 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 98 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het deelakkoord tussen de sociale partners van de publieke sector over de aanwending van de middelen koopkracht VIA6 van 22 december 2020.

 

Het zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non profitsectoren voor de periode 2021-2025.

 

Het syndicaal overleg d.d. 22 november 2021.

 


Feitelijk

 

Op 25 oktober 2021 werd het besluit tot wijziging van artikel 135 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden van de personeelformatie, de RPR en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel gepubliceerd.

 

Op 25 oktober 2021 werd ook het besluit tot wijziging van artikel 98 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de RPR en het mandaatstelsel van het personeel van de OCMW's gepubliceerd.

 

Deze besluiten verhogen het variabel gedeelte van de eindejaarstoelage voor het VIA-personeel naar 3,6%. Dit kadert in de recurrente koopkrachtverhoging overeengekomen in het deelakkoord VIA6 – publieke sector van 22 december 2020.

 

Deze wijziging is enkel van toepassing op de personeelsleden die onder het toepassingsgebied van het deelakkoord VIA6 - koopkracht publieke sector van 22 december 2020 vallen, dus niet op het niet-VIA-personeel.

 

In het sectoraal akkoord van 9 juni 2021 hebben de sociale partners afgesproken om vanaf 2021 voor alle personeelsleden van de lokale en provinciale besturen (dus ook voor het niet-VIApersoneel) het variabel gedeelte van de eindejaarstoelage te verhogen naar 3,6% van het jaarsalaris. Bovendien zal de beperking tot 1/12de van het jaarsalaris afgeschaft worden. Deze wijzigingen zijn nog niet gepubliceerd maar kunnen wel al toegepast worden.

 

Besluit:

Met algemene stemmen

 

 

Enig art. : Voor het VIA-personeel (het woonzorgcentrum, centrum voor

ambulante revalidatie, dagverzorgingscentrum thuiszorg (gezinszorg en aanvullende thuiszorg), gezins- en groepsopvang baby en peuters (dienst voor onthaalouders), gezinsondersteuning, dienst begeleiding voor- en naschools toezicht en Spinibo) en het niet- VIA personeel  wordt een recurrente koopkrachtverhoging voorzien d.m.v. de verhoging van de eindejaarstoelage vanaf het jaar 2021, namelijk een verhoging van het variabel gedeelte tot 3,6% van het jaarsalaris.

 

Publicatiedatum: 22/02/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2021

 

Aanpassing rechtspositieregeling OCMW personeel.

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Juridisch

 

De raadsbesluiten van 25 mei 2009 en volgende houdende goedkeuring van de rechtspositieregeling van het  OCMW personeel.

 

Artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 ‘betreffende de arbeidsovereenkomsten’, zoals gewijzigd bij artikel 63 van de programmawet van 20 december 2020 met betrekking tot het geboorteverlof.

 

Het BVR tot wijziging van artikel 136 en 209 van het BVR van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de RPR en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 99 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de RPR van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Feitelijk

 

Werknemers hebben bij bevalling van de echtgenote of samenwonende partner of ter gelegenheid van de geboorte dat wettelijk afstamt van de werknemer recht op 15 werkdagen omstandigheidsverlof voor een geboorte vanaf 1 januari 2021 en op 20 werkdagen voor een geboorte vanaf 1 januari 2023.

 

Een statutair personeelslid wordt gedurende de eerste 10 werkdagen doorbetaald en een contractueel personeelslid enkel gedurende de eerste 3 werkdagen.

 

Het staat de werkgever vrij om een gunstiger regeling te treffen dan deze die wettelijk voorzien is of wordt voorgesteld.

 

Er wordt voorgesteld om ook contractueel personeel gedurende de eerste 10 dagen door te betalen.

 

Tijdens het Bijzonder Onderhandelingscomité van 22 november 2021 gaven de vakorganisaties aan dat ze tevreden waren met de gelijkschakeling voor de eerste 10 dagen voor contractuelen en statutairen.

Zij kunnen er echter niet mee akkoord gaan dat statutairen voor de resterende periode maar aan 82% vergoed worden.

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Koenraad Van Elsen, Peter Verbiest, Hendrik De Baerdemaeker, Jan De Backer, Geert Heyvaert, Joris Van Den Cruijce, Emiel Saerens, Edwin Fabri, Willy Michiels, Johan De Rop, Kristof Gaublomme, Tim Lengeler, Erik Beunckens, Edward Van Keer, Marie-Berthe Wyns, Katleen Meersseman, Guy De Bondt, Orhan Sahin, Finke Jacobs, Chris De Knop, Laura Casagrande en Cecile Sillis), 5 onthoudingen (Yoeri Vastersavendts, Niel Delgouffe, Danny Van Hemelrijck, Johan Berben en Theo Hamers)

 

Art. 1- De artikelen 243 en 266 met betrekking tot omstandigheidsverlof

worden aangepast in de RPR voor OCMW personeel cf. art. 104§1 en 2 van het OCMW decreet (art. 230§5 en 253 voor OCMW personeel cf. art. 104§6 van het OCMW decreet):

 

Art.243§5 In elk geval heeft het personeelslid bij de geboorte van een kind waarvan hij de vader/meeouder is, recht op 10 dagen omstandigheidsverlof, zoals vermeld in Hoofdstuk XII Het omstandigheidsverlof, art. 266.

 

Art.230§5 In elk geval heeft het personeelslid bij de geboorte van een kind waarvan hij de vader/meeouder is, recht op 10 dagen omstandigheidsverlof, zoals vermeld in Hoofdstuk XII Het omstandigheidsverlof, art. 253.

 

Art. 266.§1 (art. 253) Het personeelslid krijgt omstandigheidsverlof naar aanleiding

van de volgende gebeurtenissen:

 Huwelijk van het personeelslid of het afleggen van een verklaring van

wettelijke samenwoning door het personeelslid, vermeld in art. 1475 tot en met

1479 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van het afleggen van een

verklaring van samenwoning van bloed- of aanverwanten: 4 werkdagen;

 Bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter gelegenheid

van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de werknemer: 10 15 (voor

geboortes vanaf 1 januari 2021) 20 (voor geboortes vanaf 1 januari 2023)

werkdagen;

 Overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, een bloed- of

aanverwant in de eerste graad van het personeelslid, of van de samenwonende of

huwelijkspartner: 4 werkdagen;

 Huwelijk van een kind van het personeelslid, van de samenwonende of

huwelijkspartner: 2 werkdagen;

 Overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de

samenwonende partner in om het even welke graad, die onder hetzelfde dak woont

als het personeelslid of de samenwonende partner: 2 werkdagen;

 Overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de

samenwonende partner in de tweede graad, een overgrootouder of een

achterkleinkind, niet onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid of de

samenwonende partner: 1 werkdag;

 Huwelijk van een bloed- of aanverwant:

 In de eerste graad, die geen kind is;

 In de tweede graad, van het personeelslid, de samenwonende of

huwelijkspartner: dag van huwelijk;

 Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer, van

de samenwonende of huwelijkspartner, of van een broer, zuster, schoonbroer of

schoonzuster van de werknemer: dag van de rooms-katholieke plechtigheid of een

daarmee overeenstemmende plechtigheid bij een andere erkende eredienst;

 Plechtige communie van een kind van de werknemer of van de

samenwonende of huwelijkspartner;

 

Deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of

huwelijkspartner aan het feest van de vrijzinnige jeugd;

Deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of

huwelijkspartner aan een plechtigheid in het kader van een erkende eredienst die

overeenstemt met de rooms-katholieke plechtige communie: de dag van de

plechtigheid, of, als dat een zondag, feestdag of inactiviteitsdag is, de eerstvolgende

werkdag

10° Gehoord worden door de vrederechter in het kader van de organisatie van de

voogdij over een minderjarige: de nodige tijd, maximaal één dag

11° Deelneming aan een assisenjury, oproeping als getuige voor de rechtbank of

persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank: de nodige tijd

 

§2.Het omstandigheidsverlof is een recht, maar het personeelslid is niet verplicht

deze verloven geheel of gedeeltelijk op te nemen.

 

§3.Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit en is in alle

gevallen bezoldigd, met uitzondering van een deel van het vaderschapsverlof of

verlof voor meemoeders voor contractuele personeelsleden in de gevallen die hierna

omschreven worden.

 

§4. Voor het contractuele personeelslid wordt het verlof ter gelegenheid van de

geboorte van een kind waarvan de afstamming aan zijn zijde vaststaat, vermeld in

 2°, toegekend volgens de regels van het arbeidsrecht, in het bijzonder volgens de

regeling, vermeld in art. 30, § 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de

arbeidsovereenkomsten.

 

De volgende beloningsregeling geldt voor het omstandigheidsverlof voor een

gebeurtenis als vermeld in 2°:

- als de geboorte vanaf 1 januari 2021 plaatsvindt,heeft het statutaire personeelslid

gedurende de eerste 10 dagen recht op doorbetaling van het salaris en gedurende

de 5 resterende dagen op een brutosalaris van 82%. Om het salaris te bepalen

wordt het brutojaarsalaris begrensd op 26.230 euro tegen 100%.

Ook het contractuele personeelslid heeft de eerste 10 dagen recht op doorbetaling

en zal de overige 5 dagen conform de regels van het arbeidsrecht vergoed worden

door het ziekenfonds.

- als de geboorte vanaf 1 januari 2023 plaatsvindt, heeft het statutaire

personeelslid gedurende de eerste 10 dagen recht op een doorbetaling van het

salaris en gedurende de 10 resterende dagen op een brutosalaris van 82%.

Om het salaris te bepalen wordt het brutosalaris op jaarbasis begrensd op 26.230

euro tegen 100%.

Ook het contractuele personeelslid heeft de eerste 10 dagen recht op doorbetaling

en zal de overige 10 dagen conform de regels van het arbeidsrecht vergoed worden

door het ziekenfonds.

 

§5. Elk verlof dient gestaafd te worden met een bewijs.

 

Indien de gebeurtenissen (bij 6° wordt onder gebeurtenis de uitvaart naar

aanleiding van een overlijden verstaan), gespecificeerd in de verloven 4° of 6° in

een weekend of op een feestdag zouden plaatsvinden, dient het toegewezen verlof

op de laatste werkdag(en) vóór (en) of de eerste werkdag net na de gebeurtenis

opgenomen te worden.

 

Het verlof toegekend naar aanleiding van de gebeurtenissen 1°, 3° en 5° (bij 3° en

5° wordt onder gebeurtenis de uitvaart naar aanleiding van een overlijden verstaan)

dient genomen te worden binnen een termijn van 1 week vóór en 1 week na het

plaatsvinden van de gebeurtenis.

 

Het verlof toegekend naar aanleiding van de gebeurtenis 2° dient genomen te

worden binnen een termijn van 4 maanden vanaf de dag van de bevalling.

 

Onder samenwonende partner wordt in artikel 274§1, 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 7°b, 8° en 

9° het volgende verstaan: de partner met wie men wettelijk samenwoont of de

samenwonende partner met wie men op hetzelfde adres is ingeschreven.

 

Art. 2- Deze wijzigigingen aan de rechtspositieregeling zijn van kracht met

ingang van 1 januari 2022.

 

Publicatiedatum: 22/02/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2021

 

Aanpassing gemeenschappelijk personeelskader.

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Juridisch

 

Het decreet over het lokaal bestuur d.d. 22 december 2017, meer bepaald art. 161 en 171§4 betreffende het organogram.

 

Het decreet over het lokaal bestuur d.d. 22 december 2017, meer bepaald art. 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur d.d. 22 december 2017, meer bepaald art. 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

 

Het bestuursdecreet d.d. 7 december 2018.

 

Het gemeenteraadsbesluit d.d. 17 december 2018 houdende de goedkeuring van het gezamenlijk personeelsorganigram en het personeelskader en de daaropvolgende wijzigingen.

 

Feitelijk

 

De noodzaak om het personeelskader aan te passen in functie van de veranderde noden en behoeften bij de verschillende departementen.

 

DEPARTEMENT ALGEMEEN BESTUUR

 

- vermindering van het aantal contractuele gemeenschapswachten: van 9 naar 8, maar creëren van een functie van teamverantwoordelijke (C4-5) via bevordering

Motivatie: nood aan teamverantwoordelijke om de aansturing en opvolging van de gemeenschapswachten in dagelijke taken; praktische en gedetailleerde opvolging van de verschillende opdrachten, en meehelpen bij de e-uitbouw van de dienst met een betere registratie

 

- vermindering met 1 VTE van aantal adm medewerkers bij de dienst Financiën naar aanleiding van toekomstige pensionering en verschuiving van de deze functie naar de Sociale dienst

Motivatie: bepaalde taken worden nu door Sociale dienst gedaan die vroeger door dienst Fin. werden gedaan

 

DEPARTEMENT VRIJE TIJD EN ONDERWIJS

 

- nieuwe functie voltijds diensthoofd flankerend onderwijs (contractueel, A1a-A3a)

Motivatie: degelijke ondersteuning en opvolging bieden aan de verschillende taken en uitdagingen die dit domein kent en nog zal kennen

 

- BKO: vermindering van aantal VTE van begeleider voor - en naschoolse opvang in de scholen (E1-3) met 26,25/38 VTE en vermeerdering van het aantal VTE begeleider Spinibo (C1-3) met datzelfde aantal

Motivatie: doorgroeimogelijkheden voorzien voor personeel dat zelfde taak vervult als begeleider Spinibo

 

DEPARTEMENT MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

 

- Verhoging van aantal statutaire maatschappelijk werkers: van 10 naar 12

Motivatie: verhoogde werkdruk (gevolgen van corona, OCMW is laatste vangnet, stijging dossiers schuldbemiddeling, budgetbeheer, vreemdelingendossiers, administratieve verlichting van takenpakket van hoofdmaatschappelijk assistent die andere taken op zich neemt...)

 

- verhoging van aantal contractuele administratieve medewerkers met 1 VTE (motivatie zie hoger dienst Fin.)

 

DEPARTEMENT OUDERENZORG

 

-1 maatschappelijk assitent (B1-B3) uitdovend en vervangen door 1 verantwoordelijke opname en kwaliteit (B1-3 - contractueel toevoegen)

Motivatie: takenpakket heeft andere invulling gekregen

 

- Hoofdverpleegkundigen van 2VTE naar 3VTE  per 30 residenten 1 HVP) , maar derde voorzien als ‘verantwoordelijke zorg en planning’

Dit zou echter nog niet onmiddellijk ingevuld worden.

Motivatie: Normen zullen vanaf 2023 ook hoger liggen waardoor derde hoofdverpleegkundige of teamlead noodzakelijk zal zijn.

Vandaag is dit nog niet verplicht maar vanaf 1 juli 2021 zal het WZC voor alle bewoners met een afhankelijkheidscategorie B, C of Cd een tegemoetkoming voor de financiering van de functie van de hoofdverpleegkundige ontvangen.

 

Het overleg met de syndicale afvaardiging op 22 november 2021 met een protocol van akkoord.

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Koenraad Van Elsen, Peter Verbiest, Hendrik De Baerdemaeker, Jan De Backer, Geert Heyvaert, Joris Van Den Cruijce, Emiel Saerens, Edwin Fabri, Willy Michiels, Johan De Rop, Kristof Gaublomme, Tim Lengeler, Erik Beunckens, Edward Van Keer, Marie-Berthe Wyns, Katleen Meersseman, Guy De Bondt, Orhan Sahin, Finke Jacobs, Chris De Knop, Laura Casagrande en Cecile Sillis), 5 onthoudingen (Yoeri Vastersavendts, Niel Delgouffe, Danny Van Hemelrijck, Johan Berben en Theo Hamers)

 

 

Enig art.: Het aangepaste personeelskader, als bijlage, wordt goedgekeurd met

  volgende wijzigingen:

 

DEPARTEMENT ALGEMEEN BESTUUR

 

- vermindering van het aantal contractuele gemeenschapswachten: van 9 naar 8, maar creëren van een functie van teamverantwoordelijke (C4-5) via bevordering

- vermindering met 1 VTE van aantal adm medewerkers bij de dienst Financiën naar aanleiding van toekomstige pensionering en verschuiving van de deze functie naar de Sociale dienst

 

DEPARTEMENT VRIJE TIJD EN ONDERWIJS

 

- nieuwe functie voltijds diensthoofd flankerend onderwijs (contractueel, A1a-A3a)

 

- BKO: vermindering van aantal VTE van begeleider voor - en naschoolse opvang in de scholen (E1-3) met 26,25/38 VTE en vermeerdering van het aantal VTE begeleider Spinibo (C1_3) met datzelfde aantal

 

DEPARTEMENT MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

 

- Verhoging van aantal statutaire maatschappelijk werkers: van 10 naar 12

 

- verhoging van aantal contractuele administratieve medewerkers met 1VTE (motivatie zie hoger dienst Fin.)

 

DEPARTEMENT OUDERENZORG

 

-1 maatschappelijk assistent (B1-B3) uitdovend en vervangen door 1 verantwoordelijke opname en kwaliteit (B1-3 - contractueel toevoegen)

 

- Hoofdverpleegkundigen van 2VTE naar 3VTE ( per 30 residenten 1 HVP) , maar derde voorzien als ‘verantwoordelijke zorg en planning’  (adjunct-hoofdverpleegkundige met een IFIC schaal nog nader te bespreken)

 

Publicatiedatum: 22/02/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2021

 

Aanpassing kader organisatiebeheersing.

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Juridisch

 

Artikel 217 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Feitelijk

 

Conform artikel 219 van het decreet over het lokaal bestuur werd het algemene kader voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 14 december 2020 en goedgekeurd.

 

In het rapport van de thema-audit monitoring meerjarenplan van 19 april 2020 werd aanbevolen dat lokaal bestuur Asse het kader zou aanpassen (streefdatum 1/1/2022):

 

Lokaal bestuur Asse vervolledigt het kader voor organisatiebeheersing door te definiëren met welk model voor organisatiebeheersing het lokaal bestuur Asse wil werken, met welke frequentie de organisatie wenst stil te staan bij de eigen werking en op welke manier er inhoudelijk zal worden teruggekoppeld aan het politieke niveau over organisatiebeheersing.

 

Naar aanleiding van deze aanbeveling wordt een voorstel tot aanpassing van het kader organisatiebeheersing voorgelegd aan de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Besluit:

Met algemene stemmen

 

 

Enig art. : De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het aangepaste algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem, als bijlage, goed.

 

Publicatiedatum: 22/02/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2021

 

Kennisname besluit gouverneur jaarrekening 2020.

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Juridisch

 

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

 

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

 

Titel 7: bestuurlijk toezicht van het decreet over het lokaal bestuur,

d.d. 22 december 2017, artikel 332, §1

 

Feitelijk

 

De gouverneur heeft de jaarrekening van het boekjaar 2020 van de gemeente en het OCMW van Asse goedgekeurd.

 

Besluit:

Met algemene stemmen

 

 

Enig art. : De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant houdende goedkeuring van de jaarrekening van het boekjaar 2020 van de gemeente en van het OCMW.

 

Publicatiedatum: 22/02/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2021

 

Aanpassing meerjarenplan 3 2020-2025 gemeente en OCMW.

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Juridisch

 

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

 

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

 

Titel 4: de beleids- en beheerscyclus van de gemeente en OCMW van het decreet over het lokaal bestuur, d.d. 22 december 2017.

 

Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC).

 

Het ministrieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids-en beheerscclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).

 

Feitelijk

 

De definitieve vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025 tijdens de raad van

16 december 2019.

 

De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 tijdens de raad van

22 juni 2020.

 

De tweede aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 tijdens de raad van

14 december 2020.

 

De wijzigingen 2020-2025 en de vaststelling van de budgetten 2022 in tabellen, als bijlage.

 

Besluit:

Met 17 ja-stemmen (Koenraad Van Elsen, Peter Verbiest, Hendrik De Baerdemaeker, Jan De Backer, Geert Heyvaert, Joris Van Den Cruijce, Emiel Saerens, Edwin Fabri, Johan De Rop, Yoeri Vastersavendts, Kristof Gaublomme, Tim Lengeler, Marie-Berthe Wyns, Katleen Meersseman, Guy De Bondt, Orhan Sahin en Laura Casagrande), 6 nee-stemmen (Willy Michiels, Erik Beunckens, Edward Van Keer, Finke Jacobs, Chris De Knop en Cecile Sillis), 4 onthoudingen (Niel Delgouffe, Danny Van Hemelrijck, Johan Berben en Theo Hamers)

 

 

Art. 1 - De aanpassingen van het meerjarenplan 2020-2025 worden vastgesteld.

 

Art. 2 - De kredieten voor 2022 worden vastgesteld.

 

Publicatiedatum: 22/02/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2021

 

C.Sillis-Nieuws en informatie over WZC Hingeheem.

 

 

Toelichting:

 

1.Uit de documenten van het Vast Bureau en het AGA blijkt dat er recent beslissingen genomen zijn voor het WZC met vrij hoge kosten:

• 25 10 21: Relighting WZC: 125.120 € incl

• 11 10 21: Koeling WZC: kost studie = 68.970 € + raming werken = 285.000 €

 

Het WZC werd ingehuldigd in de zomer van 2012: ik vind dit dure ingrepen in een gebouw dat nauwelijks 8 jaar in gebruik is. De slogan van de goede huisvader indachtig, om zuinig om te gaan met het geld van de gemeenschap, wens ik van het college te vernemen welke overwegingen ze gemaakt hebben en waarom ze toch kiezen voor de dure verbouwingen.

 

2.Begin juli reed voor het eerst de duo-fiets rond in Asse. Het was niet echt een stralende zomer, maar er was toch ook geen algemeen huisarrest. Vandaar dat de fiets zeker en vast succes gekend heeft.

 

Daarom deze vraag naar enige informatie over en evaluatie van het gebruik in het 1ste jaar van de speciale fiets:

 

                     aantal ritten? Aantal gebruikers? Hoeveel bewoners? Hoeveel gebruikers van ’t Gastenhuis?

                     Hoeveel gastgebruikers van buiten Hingeheem?

                     Hoeveel personeelsleden hebben gefietst samen met een bewoner?

                     Hoeveel vrijwilligers en/of familieleden reden als fietsende begeleider met een bewoner?

                     Hoe lang liep het duo-fietsseizoen? Werd er ook buiten het fietsseizoen rondgetoerd?

                     Welke commentaar hebt u opgevangen van bewoners, familie, bezoekers, personeel?

                     Hoe hebt u zelf deze nieuwe uitdaging voor de bewoners ervaren?

 

3.Ondanks de onvolledige immuniteit na 2 vaccinaties is het duidelijk dat het vaccin werkt: gevaccineerden raken minder besmet en na besmetting minder zwaar ziek. De vaccins zijn ook belangrijk voor de veiligheid en gezondheid van alle aanwezigen in het WZC. In de WZC’s ligt de vaccinatiegraad meestal hoger bij bewoners dan bij personeel. De verplichting komt er aan, dus iedereen zal zich wel moeten laten prikken.

Vraag:

        is er al een zicht op hoeveel personeel zich niet zal laten vaccineren tegen eind maart 2022? 

        Indien niet: om hoeveel personeel kan dit gaan op basis van de huidige vaccinatiegraad bij het zorgpersoneel in het WZC?

        Is er duidelijkheid over het waarom personeelsleden in Hingeheem het vaccin weigeren?

        Is er met het personeel besproken in hoeverre de verplichting de weigeraars over de streep kan trekken?

 

Bespreking:

Antwoord Emiel Saerens

 

Kostprijs relighting WZC

 

Wat de verlichting betreft, wij opteren voor een omschakeling naar LED omwille van volgende reden:

 

- Een studie heeft uitgewezen dat een belangrijke kostenbesparing kan verwezenlijkt worden door het vervangen van de lampen door LED-lampen.

- Een verbetering van de verlichting is noodzakelijk, gezien op dit ogenblik de verlichting (vooral boven de bedden) niet volstaat om de verzorging goed uit te voeren (wondverbanden, onderzoek,…) – ik kon dit zelf reeds vaststellen bij hechtingen ’s avonds of ’s nachts -, een bijkomende lichtbron boven het bed is noodzakelijk.

- De kostprijs van 125 000 € behelst de volledige omschakeling van alle kamers.

 

 

Yoeri Vastersavendts

 

Vanuit Groen is het spijtig dat dit wordt aangebracht. Het concept woonzorgcentrum is meer dan 10 jaar. LED verdient zich terug. Armatuur wordt vervangen. We moeten het goede voorbeeld geven.

Over koeling werd vroeger niet nagedacht.

 

Danny Van Hemelrijck

 

Er bestaat veel fake over LED. Halogeen geeft warmte af, LED niet. Veel moet met een korrel zout genomen worden. Armaturen moeten vaak ook vervangen worden.

 

 

Koeling WZC

 

Dit probleem wordt meer en meer acuut gelet op de klimaatopwarming (toenemend aantal hittedagen in de zomers). Momenteel is er enkel koeling voorzien in de leefruimten en de cafetaria. Er wordt dus geopteerd voor het plaatsen van een koelingsunit in elke kamer zodat de residenten aangenaam kunnen verblijven in hun kamer.

 

Het WZC is inderdaad in gebruik sedert 29 augustus 2012, het concept en ontwerp dateert echter zoals U weet van meerdere jaren tevoren (ontwerp, bouw,…), op een ogenblik dat er nog minder aandacht werd geschonken aan isolatie en airco en er nog geen sprake was van LED-verlichting.

 

De kostprijs van deze ingrepen zal zichzelf voor een flink deel terugbetalen gelet op het verminderd energieverbruik en het verminderen van hitte-gerelateerde problemen bij de bewoners.

Bovendien betreft het een investering van afgerond 410 000 €, met andere woorden ongeveer 2,5 % van het totale investeringsbudget van de gemeente voor het jaar 2022. Graag dus de gifpijlen op iemand anders afschieten.

 

 

Duofiets

 

- Deze wordt frekwent gebruikt door zowel zorgpersoneel als vrijwilligers voor onder meer een ritje naar de markt of naar een winkel of gewoon om wat van de omgeving en het goede weer te genieten.

- Bij het eerste gebruik (persvoorstelling) was U aanwezig (het spreekt vanzelf dat vooraf wel even geoefend werd). Helm en fluovestje zijn verplicht.

 

- Natuurlijk is er geen vast schema: de fiets wordt gebruik telkens wanneer het weer dit enigszins toestaat en er zorgpersoneel of vrijwilligers ter beschikking zijn. Het “fietsseizoen” is derhalve in feite van 1 januari tot 31 december. De fiets wordt niet gebruikt buiten het WZC (vermijden van problemen met verzekeringen, schade,…)

- Commentaar van bewoners, personeel en familie was steeds unaniem lovend.

- Ik kan wel niet van ons personeel verlangen dat zij zich zouden bezig houden met een logboek samen te stellen over aantal ritten, gebruikers, enz… Noch voor de ritten, noch aan de gebruikers wordt enige vergoeding gevraagd of wat dan ook te betalen.

 

 

Vaccinaties

 

De vaccinatiegraad van het personeel bedraagt afgerond 94 % (cijfers bekomen via de Vlaamse overheid die alle inentingen registreert via Vaccinet). Dit betreft dus zowel de verpleegkundigen, zorgpersoneel, jobstudenten, logistieke medewerkers en vrijwilligers)

Ik zal hier geen cursus statistiek doceren, maar het duidelijk dat per procenten voorzichting dient omgesprongen te worden : op 20 personen is 5 % niet gevaccineerden dus 1 persoon, op 200 zijn er dat natuurlijk 10.

 

Onze CRA heeft met iedereen een individueel gesprek gehad, deze informatie behoort natuurlijk tot het beroepsgeheim en daar kan ik dus niet in detail over treden, maar het mag duidelijk zijn dat wij de door de overheid vooropgestelde streefcijfers van 95 % dus de facto verwezenlijken.

 

Wat de verplichting tot inenten betreft, zoals U zelf aangeeft is deze wet “in de maak”. Zo nodig kan ik U hiervan wel de belangrijkste punten aangeven.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2022
Overzicht punten

 

Zitting van 21 december 2021

 

C.Sillis-Er slapen weer mensen op straat in de kou.

 

 

Toelichting:

 

De plaatselijke opvang van asielzoekers danst op en neer als een jojo: meer opvangplaatsen nodig, minder plaatsen, weer meer, weer minder...

In 2015 toen tijdens de oorlog in Syrië de vraag naar asiel in de EU op een hoogtepunt kwam, deed toenmalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Theo Francken een omroep aan de lokale besturen om enkele families van de Syrische oorlogsvluchtelingen op te vangen. Het OCMW van Asse heeft daar positief op geantwoord. Er werd voor extra woongelegenheden gezorgd. Achteraf, toen die nood verminderde, daalde ook het aantal voor dat doel gehuurde woningen.

Ondertussen doet zich een nieuwe vluchtelingencrisis voor. Er slapen weer mensen buiten in de kou in december… omdat er geen plaats is in de herberg …

De huidige staatssecretaris Sammy Mahdi zoekt naar extra opvangplaatsen. Hij vraagt nog geen concrete hulp aan de gemeenten, maar misschien is dat een kwestie van tijd.

Het is voor de lokale besturen niet simpel om snel te schakelen als er een toename is, zoals nu. Maar het OCMW van Asse heeft daar wel ervaring in.

 

Vragen

 

 Is OCMW-Asse er momenteel op voorbereid om in geval van een noodoproep op korte termijn eventueel enkele gezinnen extra op te vangen in het LOI-systeem?

 Hoeveel opvangplaatsen huurt Asse momenteel voor asielzoekers?

 Zijn die bezet of is er nog plaats voor opvang van de nieuw aangekomenen?

 Is er ondertussen zicht op mogelijke snel te huren panden voor dringende opvang indien nodig?

 

Bespreking:

Antwoord Emiel Saerens

 

Noodopvang

 

1. Wij zijn niet voorbereid om op korte termijn bijkomende LOI plaatsen te creëren. De omstandigheden zijn momenteel ook zeer ongunstig omwille van de coronacrisis. Wij kampen met een personeelstekort – de personeelsuitbreiding waarvan sprake in de raad is bedoeld voor de cel “schulden” (schuldenproblematieken en budgetteringsproblemen) : dit is noodzakelijk om geen groeiende wachtlijsten te doen ontstaan, wat de moeilijkheden alleen maar zou doen toenemen.

Voor het uitbreiden van de LOI-plaatsen is er onvoldoende personeel en zijn er bovendien ook geen plaatsen.

 

2. Opvangplaatsen

Op dit ogenblik hebben wij 2 woningen voor telkens 4 alleenstaande mannen (beide in Zellik, Baron Greindllaan en Leon Gillardlaan) en 1 woning voor een groot gezin (6 plaatsen) op de Brusselsesteenweg in Asse.

Het onderhoud gebeurt door onze technische dienst (die overigens ook reeds meer dan de handen vol heeft).

 

3. Alle plaatsen zijn bezet. Zodra een bewoner vertrekt wordt er wel eerst opgeruimd en worden de nodige herstellingen gedaan – dit is steeds nodig – zodat er zo snel mogelijk opnieuw iemand zijn intrek kan nemen.

 

4. Huur van panden voor dringende opvang is, zoals reeds daarnet gezegd, in het geheel niet evident : deze dienen aan de nodige voorwaarden te voldoen en U zal willen begrijpen dan niet alle eigenaars snel akkoord gaan om aan deze doelgroep te verhuren. Er is bovendien het probleem van de verplichte afbouw van opvangplaatsen (gebeurde reeds eerder in 2018-2019) wanneer de druk terug afneemt en Fedasil dan plots de subsidiëring stopzet terwijl wij wel nog de huur- en arbeidscontracten lopen hebben van panden en personeel.

 

5. Er mag ook niet vergeten worden dat een groot deel van de huidige vluchtelingen de groep “niet-begeleide minderjarigen” betreft. Dit is een complexe doelgroep die een veel intensievere begeleiding vergt en waarmee wij ook geen ervaring hebben. Zij vragen een andere aanpak dan alleenstaande mannen of gezinnen. Zo heeft Asse bijvoorbeeld ook geen OKAN-onderwijs op niveau secundair onderwijs voor deze jongeren.

 

6. In het verleden is al vaak gesproken over een spreidingsplan maar dit werd nog nooit opgelegd. Het lijkt ons weinig waarschijnlijk dat dit zou gebeuren.

 

Cecile Sillis

In 2015 was er niet zo veel argwaan.

 

 

Publicatiedatum: 22/02/2022
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.