Gemeente Asse

Zitting van 18 november 2019

Van 23:15 tot 23:45

 

Aanwezig:

Johan De Rop, Voorzitter;

Koenraad Van Elsen, Burgemeester;

Peter Verbiest, Hendrik De Baerdemaeker, Sigrid Goethals, Jan De Backer, Geert Heyvaert, Joris Van Den Cruijce en Emiel Saerens, schepenen;

Edwin Fabri, Willy Michiels, Yoeri Vastersavendts, Kristof Gaublomme, Tim Lengeler, Erik Beunckens, Liesje Wermoes, Edward Van Keer, Marie-Berthe Wyns, Katleen Meersseman, Orhan Sahin, Niel Delgouffe, Danny Van Hemelrijck, Finke Jacobs, Johan Berben, Theo Hamers, Gilbert Verdoodt en Chris De Knop, Raadsleden;

Lander Van Droogenbroeck, Algemeen directeur;

Verontschuldigd:

Micheline De Mol, Rita De Vos, Guy De Bondt en Caroline Robberechts, Raadsleden;

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van 18 november 2019

 

Goedkeuring notulen 21 oktober 2019

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Context

 

Als bijlage, de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 oktober 2019.

 

Besluit: Met algemene stemmen

 

 

Enig art. :De raad voor maatschappelijk welzijn keurt haar notulen van

21 oktober 2019 goed.

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 18 november 2019

 

Aanpassing RPR knelpuntberoep

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Juridische context

 

De wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Het besluit van de Vlaamse regering d.d. 7 december 2007, houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Het besluit van de Vlaamse regering, d.d. 12 november 2010, houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Het decreet, d.d. 29 juni 2012, houdende wijziging van het decreet van

19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikel 26 tot wijziging van artikel 114.

Het besluit van de Vlaamse regering, d.d. 23 november 2012, houdende wijziging van de besluiten van de Vlaamse Regering, d.d. 7 december 2007 en 12 november 2010.

De raadsbeslissing d.d. 25 mei 2009, houdende goedkeuring rechtspositieregeling voor het OCMW personeel en aanpassingen.

De raadsbeslissing, d.d. 21 december 2011, houdende goedkeuring van de rechtspositieregeling voor de personeelsleden tewerkgesteld volgens artikel 104 §1 en 2 van het OCMW decreet en artikel 104§6 van het OCMW decreet en de daarop volgende raadsbeslissingen tot aanpassing van de RPR.

 


 

Feitelijk

 

Gelet op de noodzaak om de definitie van "knelpuntberoep" te verruimen.

 

Besluit: Met algemene stemmen

 

 

Art. 1 -Artikel 104 van de rechtspositieregeling voor het OCMW personeel

cf. art.104 §1 en §2 van het OCMW decreet en artikel 85 van de

rechtspositieregeling voor het OCMW personeel cf. art. 104 §6 van het OCMW decreet worden als volgt aangepast:

 

 

Aan het personeelslid met beroepservaring in de privésector of als zelfstandige

wordt graadanciënniteit, niveauanciënniteit en dienstanciënniteit met een

maximum van 6 jaar toegekend als die beroepservaring relevant is voor de

functie waarin het personeelslid wordt aangesteld.

 

Bij de vacantverklaring bepaalt de aanstellende overheid of het om een

knelpuntberoep gaat. Deze beslissing wordt gemotiveerd aan de hand van

bijvoorbeeld regionale lijsten van de VDAB, lijsten van interimkantoren, concrete

aanwijzingen en dergelijke meer. Indien het een functie betreft die als

knelpuntberoep (cf lijst knelpuntberoepen VDAB) erkend is, wordt voor de

beroepservaring in de privé sector of als zelfstandige onbeperkt

graadanciënniteit, niveauanciënniteit, dienstanciënniteit en schaalanciënniteit

toegekend, op voorwaarde dat die beroepservaring relevant is voor de functie

waarin het personeelslid wordt aangesteld.

 

Art. 2. - Artikel 119 van de rechtspositieregeling voor OCMW personeel cf art. 104§1 en 2 en artikel 100 van de rechtspositieregeling voor OCMW personeel cf. art. 104§6 van de RPR. Niveau A wordt als volgt aangevuld:

 

4° Voor een graad van rang Avb, schalen A6a-A6b-7a (eerste hogere graad, lijnfunctie, staffunctie of expertfunctie):

Titularis zijn van een graad van rang Ax of Av;

Ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Av als lijnfunctionaris of als expert al naargelang de functie;

Master in de ingenieurswetenschappen of diploma burgerlijk ingenieur hebben

Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie die uitgevoerd werd sinds de kandidaat een lijnfunctie/expertfunctie bekleedt

Slagen voor de selectieprocedure

 

 

Art. 3 -Artikel 168 van de rechtspositieregeling voor het OCMW personeel

cf. art. 104 §1 en 2 van het OCMW decreet wordt gewijzigd als volgt:

 

Indien het een functie betreft die als knelpuntberoep (cf lijst knelpuntberoepen

VDAB cf art. 104 RPR) erkend is, wordt de beroepservaring in de privé sector of

als zelfstandige onbeperkt in aanmerking genomen voor de toekenning van

periodieke salarisverhogingen, op voorwaarde dat de beroepservaring relevant is

voor de functie waarin het personeelslid wordt aangesteld.

 

Art. 4 -Artikel 148 van de rechtspositieregeling voor het OCMW personeel

cf. art. 104 §6 van het OCMW decreet wordt gewijzigd als volgt:

 

Indien het een functie betreft die als knelpuntberoep (cf lijst knelpuntberoepen

VDAB cf art. 85 RPR) erkend is, wordt de beroepservaring in de privé sector of

als zelfstandige onbeperkt in aanmerking genomen voor de toekenning van

periodieke salarisverhogingen, op voorwaarde dat de beroepservaring relevant is

voor de functie waarin het personeelslid wordt aangesteld.

 

 

Art. 5 -Deze wijzigingen treden in werking op 1 december 2019.

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 18 november 2019

 

Invoering tweede pensioenpijler zorgpersoneel

 

 

Motivering:

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid op de artikelen 77 en 78;

Gelet op de Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;

Gelet op het protocol 148/2 van 18 juli 2005 houdende het sectoraal akkoord voor de federaal gefinancierde gezondheidssectoren - publieke sector, meer bepaald punt 9, waar voor de personeelsleden van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen in specifieke plannen voor een tweede pensioenpijler voor contractanten werden voorzien.

Gelet op het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008.

Gelet op de intentieverklaring van het vast bureau van 21 oktober 2019 om een aanvullend pensioenstelsel in te voeren voor het personeel behorend tot de federale gezondheidssector.

Gelet op het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten en het model van raadsbesluit die werden goedgekeurd in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 9 december 2009 (zoals van toepassing vanaf 1 januari 2019);

Gelet op het protocol afgesloten met de representatieve vakorganisaties in het bijzonder comité van 4 november 2019.

Gelet op het akkoord bereikt in het comité C1.

Overwegende dat er voor contractuele personeelsleden (met uitzondering van het personeel van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen) momenteel een tweede pensioenpijler van 1% voorzien is. Dat ons bestuur hiervoor is aangesloten bij de tijdelijke handelsvennootschap Belfius Isurance - Ethias - lokale contractanten.

 

 

Besluit: Met 23 ja-stemmen (Koenraad Van Elsen, Peter Verbiest, Hendrik De Baerdemaeker, Sigrid Goethals, Jan De Backer, Geert Heyvaert, Joris Van Den Cruijce, Emiel Saerens, Edwin Fabri, Willy Michiels, Johan De Rop, Kristof Gaublomme, Tim Lengeler, Erik Beunckens, Liesje Wermoes, Edward Van Keer, Marie-Berthe Wyns, Katleen Meersseman, Orhan Sahin, Finke Jacobs, Theo Hamers, Gilbert Verdoodt en Chris De Knop), 4 onthoudingen (Yoeri Vastersavendts, Niel Delgouffe, Danny Van Hemelrijck en Johan Berben)

 

Enig art. :De OCMW-raad is de inrichter van het aanvullend pensioenstelsel voor zijn contractuele personeelsleden. De OCMW Raad voert voor zijn contractuele personeelsleden van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen (personeel woonzorgcentrum en dagverzorgingscentrum) een aanvullend pensioenstelsel in vanaf 1 januari 2019. De pensioentoelage wordt voor hen vastgesteld op 1% van het pensioengevend jaarloon vanaf 1 januari 2019.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 18 november 2019

 

Verhoging tweede pensioenpijler contractuele personeelsleden

 

 

Motivering:

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur, inzonderheid op de artikelen 77 en 78;

Gelet op de Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;

Gelet op het protocol 148/2 van 18 juli 2005 houdende het sectoraal akkoord voor de federaal gefinancierde gezondheidssectoren - publieke sector, meer bepaald punt 9, waar voor de personeelsleden van de federaal gefinancierde gezondheidsinstellingen in specifieke plannen voor een tweede pensioenpijler voor contractanten werden voorzien.

Gelet op het sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008.

Gelet op het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten en het model van raadsbesluit die werden goedgekeurd in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 9 december 2009 (zoals van toepassing vanaf 1 januari 2019);

Gelet op het protocol van akkoord afgesloten met de representatieve vakorganisaties in het bijzonder comité van 4 november 2019.

Gelet op het akkoord bereikt in het comité C1.

Overwegende dat er voor contractuele personeelsleden (met uitzondering van het personeel van de federaal gefiancierde gezondheidsinstellingen) momenteel een tweede pensioenpijler van 1% voorzien is. Dat ons bestuur hiervoor is aangesloten bij de tijdelijke handelsvennootschap Belfius Isurance - Ethias - lokale contractanten.

Overwegende dat de verhoging van tweede pensioenpijler naar 2% in 2020 en naar 3% in 2021 een korting op de responsabiliseringsbijdrage met zich meebrengt.

 

Besluit: Met 20 ja-stemmen (Koenraad Van Elsen, Peter Verbiest, Hendrik De Baerdemaeker, Sigrid Goethals, Jan De Backer, Geert Heyvaert, Joris Van Den Cruijce, Emiel Saerens, Edwin Fabri, Willy Michiels, Johan De Rop, Kristof Gaublomme, Tim Lengeler, Erik Beunckens, Liesje Wermoes, Marie-Berthe Wyns, Katleen Meersseman, Orhan Sahin, Theo Hamers en Chris De Knop), 7 onthoudingen (Yoeri Vastersavendts, Edward Van Keer, Niel Delgouffe, Danny Van Hemelrijck, Finke Jacobs, Johan Berben en Gilbert Verdoodt)

 

 

 

Art. 1 -De OCMW-raad is de inrichter van het aanvullend pensioenstelsel voor zijn contractuele personeelsleden.

De OCMW-raad verhoogt de tweede pensioenpijler voor al zijn contractuele personeelsleden (ook personeel behorende tot de federale gezondheidssector) naar 2% van het pensioengevend jaarloon in 2020 en naar 3% in 2021.

                  Het kaderreglement tweede pensioenpijler van 9 december 2009 is nog steeds van toepassing en wordt in bijlage toegevoegd.

 

Art. 2 -       De OCMW-raad stelt het pensioenreglement, met name dit besluit en het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten ter beschikking van zijn contractuele personeelsleden.

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 18 november 2019

 

Gemeenschappelijk personeelskader. Aanpassing

 

 

Motivering:

Gelet op het OCMW-decreet;

Gelet op het decreet over lokaal bestuur dd 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten, gewijzigd door het decreet van 15 juli 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

Gelet op het decreet, d.d. 29 juni 2012, houdende wijziging van het decreet van

19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikel 26 tot wijziging van artikel 114.

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering, d.d. 23 november 2012, houdende wijziging van de besluiten van de Vlaamse Regering, d.d. 7 december 2007 en 12 november 2010.

Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn OCMW van 18 december 2018  houdende goedkeuring van het personeelsorganigram en het personeelskader van het gemeente- en OCMW-personeel;

Gelet op de noodzaak om het organigram aan te passen in functie van veranderde noden en behoeften op de verschillende OCMW-diensten en in functie van de bepalingen van de rechtspositieregeling, het OCMW-decreet en de beheers- en beleidscyclus;

Gelet op de besprekingen dd. 4 november 2019 met de syndicale afvaardigingen in het onderhandelings-en overlegcomité met een protocol van akkoord;

Op voorstel van het vast bureau;

 

Besluit: Met algemene stemmen

 

Art. 1 -Het aangepaste personeelskader in bijlage wordt goedgekeurd.

 

Art. 2 -Deze beslissing wordt ter goedkeuring toegezonden aan de toezichthoudende overheden.

 

Art. 3 -Het vast bureau wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 18 november 2019

 

Wijziging bijlage 1 arbeidsreglement: uurroosters

 

 

Motivering:

Bevoegdheid

 

De organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Juridisch

 

De wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.

De wet van 18 december 2002 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.

De wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Het decreet over het lokaal bestuur d.d. 22 december 2017.

Dat al het personeel dat onder gezag arbeid verricht van het gemeentebestuur, moet worden geïnformeerd over de voorwaarden die op hun arbeidsverhouding van toepassing zijn.

De besprekingen dd. 4 november 2019 met de syndicale afvaardigingen in het Bijzonder Overlegcomité.

 

Feitelijk

 

Om de continuïteit van het vervoer voor het dagverzorgingscentrum te kunnen verzekeren is een aanpassing van het uurrooster noodzakelijk.

 

Het aanvangsuur van de werktijdregeling wordt 7.30u in plaats van 8.30u.

 

Het einduur wordt ook aangepast van 18.00u naar 18.30u.

 

 

Besluit: Met algemene stemmen

 

Art. 1     

 

In Bijlage 1 van het arbeidsreglement "uurroosters" wordt de werktijdenregeling van het dagverzorgingscentrum als volgt gewijzigd:

 

Het diensthoofd valt onder de glijdende werktijdregeling. (bijlage 2)

 

Zorgkundigen, logistiek medewerkers en ergotherapeuten van het dagverzorgingscentrum werken van maandag tot vrijdag met een uurrooster dat vastgelegd wordt door het diensthoofd, die rekening houdt met de volgende grenzen voor het begin- en einduur:

 

Starten in

aanvangsuur

einduur

voormiddag

Tussen 7.30u 8.30u en 10.00u

Tussen 12.15u en 18.30u 18.00u

namiddag

Tussen 13.00u en 14.15u

Tussen 16.30u en 18.00u

 

De middagpauze wordt opgenomen tussen 13u en 13.30u of tussen 13.15u en 13.45u.

Uitzonderlijk is een onderbroken shift mogelijk van 7.30u tot 12.30u en van 15.30u tot 18.00u 18.30u.

 

Het uurrooster wordt minimum 10 werkdagen op voorhand uitgehangen aan de balie.

 

Art. 2      Deze wijzigingen gaan van kracht met ingang van 1 december 2019.  

 

Art. 3 -Een exemplaar van deze bijlagen ter kennisgeving te bezorgen aan alle personeelsleden die onder gezag arbeid verrichten van het gemeentebestuur.

 

Art. 4 - Een afschrift van dit besluit ter kennisgeving te bezorgen aan de Inspectie van de sociale wetten.

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 18 november 2019

 

Definiëring dagelijks bestuur

 

 

Motivering:

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur meer bepaald artikelen 78,9°, 78 10° a) en 84 §4 ;

Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn  conform artikel 78, 9° van het decreet over het lokaal bestuur moet vaststellen wat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet verstaan worden;

Overwegende dat er wordt voorgesteld om het begrip 'dagelijks bestuur' als volgt te definiëren;

Het dagelijks bestuur, in het kader van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, omvat de hiernavolgende bevoegdheden, die toegewezen worden aan het vast bureau

•  het vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van opdrachten  met financiële impact op de kredieten van het exploitatiebudget.

•  het vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van opdrachten met financiële impact op de kredieten van het investeringsbudget waarvan het bedrag 85.000 euro excl. btw niet overschrijdt;

•  alle beslissingen met betrekking tot het aanbrengen van wijzigingen aan een

lopende overheidsopdracht, hetzij geïnitieerd door de raad voor maatschappelijk welzijn, hetzij door het vast bureau  genomen in toepassing van artikel 37 en 38 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen.

Overwegende dat het vast bureau overeenkomstig artikel 78 10°a) van het decreet over het lokaal bestuur bevoegd is voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, wanneer de opdracht past binnen het begrip 'dagelijks bestuur';

 

 

Besluit: Met 20 ja-stemmen (Koenraad Van Elsen, Peter Verbiest, Hendrik De Baerdemaeker, Sigrid Goethals, Jan De Backer, Geert Heyvaert, Joris Van Den Cruijce, Emiel Saerens, Edwin Fabri, Johan De Rop, Yoeri Vastersavendts, Kristof Gaublomme, Tim Lengeler, Liesje Wermoes, Marie-Berthe Wyns, Katleen Meersseman, Orhan Sahin, Niel Delgouffe, Danny Van Hemelrijck en Johan Berben), 4 nee-stemmen (Willy Michiels, Erik Beunckens, Gilbert Verdoodt en Chris De Knop), 3 onthoudingen (Edward Van Keer, Finke Jacobs en Theo Hamers)

 

Art. 1 -Het dagelijks bestuur, in het kader van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, omvat de hiernavolgende bevoegdheden, die toegewezen worden aan het vast bureau:

•het vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van opdrachten met financiële impact op de kredieten van het exploitatiebudget;

 

•het vaststellen van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van opdrachten met financiële impact op de kredieten van het investeringsbudget waarvan het bedrag 85.000 euro excl. btw niet overschrijdt;

 

•alle beslissingen met betrekking tot het aanbrengen van wijzigingen aan een lopende overheidsopdracht, hetzij geïnitieerd door de OCMW raad, hetzij door het vast bureau, genomen in toepassing van artikel 37 en 38 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en latere wijzigingen.

 

Art. 2 -Deze beslissing treedt in werking op 19 november 2019.

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 18 november 2019

 

Vaststellen voorwaarden uitoefenen visum  en vrijstelling visumverplichting financieel directeur

 

 

Motivering:

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Juridisch kader

 

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

 

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

 

Feitelijk

 

De financieel directeur staat, in volle onafhankelijkheid, in voor de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en het openbaar centrum van maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden vermeld in artikels 266 en 267 van het Decreet lokaal bestuur.

De raad bepaalt, na advies van de financieel directeur, de nadere voorwaarden waaronder de financieel directeur deze taak uitoefent. De raad kan ook bepaalde categorieën uitsluiten van de visumverplichting. De uitsluitingen dienen te gebeuren binnen de grenzen die door de Vlaamse Regering zijn vastgesteld. De Vlaamse Regering heeft beslist dat de raad onder andere de volgende categorieën van verrichtingen niet kan uitsluiten van de visumverplichting, namelijk de verbintenissen waarvan het bedrag hoger is dan vijftigduizend euro en de verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar en waarvan het bedrag hoger is dan vijfentwintigduizend euro.

De financieel directeur stelt voor om enkel volgende categorieën van verrichtingen uit te sluiten van de visumverplichting:

• De voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom tot en met 8.500 euro exclusief BTW. Overwegende dat voor de berekening of een visum al dan niet noodzakelijk is, steeds de totale duurtijd in aanmerking moet worden genomen. Overwegende dat indien de duurtijd niet op voorhand vast te leggen is, er moet worden uitgegaan van een duurtijd van 4 jaar;

 

 

 

Besluit: Met algemene stemmen

 

Enig art. :Het voorstel van de financieel directeur wordt aanvaard met als gevolg dat volgende categorieën van verrichtingen zijn uitgesloten van de visumverplichting:

De voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom tot en met 8.500 euro exclusief BTW. Overwegende dat voor de berekening of een visum al dan niet noodzakelijk is, steeds de totale duurtijd in aanmerking moet worden genomen. Overwegende dat indien de duurtijd niet op voorhand vast te leggen is, er moet worden uitgegaan van een duurtijd van 4 jaar.

 

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 18 november 2019

 

C. Robberechts - Manager sociale dienst

 

 

Toelichting:

Voor de sociale dienst van de gemeente Asse werd een vacature gepubliceerd voor Manager sociale dienst. De kandidaten leggen een schriftelijke en praktische proef af op dinsdag 19 november en een mondelinge proef op 29 november.

 

1  Deze vacature werd niet voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn. Het gaat over een belangrijke, strategische functie binnen onze gemeente. Dan zouden de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn deze vacature moeten kunnen lezen vooraleer ze gepubliceerd wordt. Op die manier zijn ze op de hoogte en kunnen ze suggesties doen tot verbeteringen. Dit gebeurde bijvoorbeeld wel met de vacature voor de directeur van de kunstenacademie August De Boeck op de gemeenteraad.

 

De titel ‘manager’ strookt niet met de inhoud van de functie. Voordien ging het om een hoofd van de sociale dienst. Iemand die een sociale dienst van een gemeente leidt is geen manager van een bedrijf. De doelstelling van een sociale dienst is immers niet die van een bedrijf. Een sociale dienst moet geen dingen verkopen en winst maken, maar burgers met noden begeleiden.

 

3  In het profiel stond:

 

Je bent in het bezit van een master diploma.

Je hebt twee jaar relevante beroepservaring (leidinggevend en/of beleidsmatig).

Je hebt coachende en leidinggevende vaardigheden en werkt constructief samen.

Je hebt sociale feeling, neemt initiatief en zet ideeën graag om naar de praktijk.

Je bent bereid je in te werken in wetgeving.

 

Het is vreemd dat iedereen met om het even welk masterdiploma kon solliciteren. Het leiden van een sociale dienst vergt meer dan “bereid” zijn om je “in te werken in de wetgeving”. Iemand met een masterdiploma sociaal werk heeft tijdens de opleiding de nodige competenties en kennis ontwikkeld om een sociale dienst te leiden. Iemand met zo’n masterdiploma heeft ook veel meer kans om over relevante beroepservaring beschikken in dezelfde sector en om een “sociale feeling” te hebben.  Idem voor een bachelor sociaal werk met een aantal jaren relevante werkervaring.

 

Vragen

 

1  Waarom werd deze vacature niet voorgelegd op de raad voor maatschappelijk welzijn? Groen vraagt dat dit in het vervolg wel kan gebeuren met zulke belangrijke vacatures.

 

2  Waarom werd gekozen voor de titel ‘manager’ en werd niet de titel ‘hoofd sociale dienst’ behouden?

 

3  Waarom werd aan de kandidaten niet gevraagd om over een diploma te beschikken dat meer aansluit bij de jobinhoud?

 

4  Wie zijn de juryleden?

 

 

Publicatiedatum: 24/12/2019
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.