Gemeente Asse

Zitting van 19 oktober 2020

Van 22:00 tot 23:00

 

Aanwezig:

Johan De Rop, Voorzitter;

Koenraad Van Elsen, Burgemeester;

Peter Verbiest, Sigrid Goethals, Jan De Backer, Geert Heyvaert, Joris Van Den Cruijce en Emiel Saerens, schepenen;

Edwin Fabri, Willy Michiels, Yoeri Vastersavendts, Rita De Vos, Kristof Gaublomme, Tim Lengeler, Erik Beunckens, Edward Van Keer, Marie-Berthe Wyns, Guy De Bondt, Niel Delgouffe, Danny Van Hemelrijck, Johan Berben, Theo Hamers, Gilbert Verdoodt, Chris De Knop, Caroline Robberechts en Chris Lanssens, Raadsleden;

Lander Van Droogenbroeck, Algemeen directeur;

Verontschuldigd:

Hendrik De Baerdemaeker, Schepen;

Micheline De Mol, Katleen Meersseman, Orhan Sahin en Finke Jacobs, Raadsleden;

 

 

Overzicht punten

 

Zitting van 19 oktober 2020

 

Goedkeuring notulen 21 september 2020

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Feitelijk

 

Als bijlage, de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 september 2020.

 

Besluit:

Met algemene stemmen

 

 

Enig art. :De raad voor maatschappelijk welzijn keurt haar notulen van

21 september 2020 goed.

 

Publicatiedatum: 23/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 oktober 2020

 

TMVS dv - buitengewone algemene vergadering - dinsdag 8 december 2020 .

Goedkeuring agenda.

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Feitelijk

 

De raadsbeslissing van 21 oktober 2019 houdende toetreding van het OCMW Asse bij TMVS dv.

 

Emiel Saerens werd voorgedragen als lid van de algemene vergadering. Yoeri Vastersavendts is zijn plaatsvervanger.

 

Gelet op de statuten van TMVS dv.

 

De oproepingsbrief voor de buitengewone algemene vergadering van TMVS dv op 8 december 2020, met volgende agenda:

1.Toetreding van deelnemers

2.Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten ingevolge toetredingen

3.Evaluatie 2020, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen

strategie 2021 (cfr. artikel 432 DLB)

4.Begroting 2021 (cfr. artikel 432 DLB)

5.Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing

6.Statutaire benoemingen

Varia

 

Een afschrift van dit besluit zal :

hetzij per post t.a.v. FARYS | TMVW, Stropstraat 1 te 9000 Gent,

hetzij per elektronische post, 20201208BAVTMVS@farys.be,

gestuurd worden.

 

Besluit:

Met algemene stemmen

 

 

Art. 1 -De raad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de buitengewone algemene vergadering TMVS dv van 8 december 2020 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:

1.Toetreding van deelnemers

2.Actualisering van bijlagen 1 en 2 aan de statuten

ingevolge toetredingen

3.Evaluatie 2020, te ontwikkelen activiteiten en de te volgen

strategie 2021 (cfr. artikel 432 DLB)

4.Begroting 2021 (cfr. artikel 432 DLB)

5.Actualisering presentievergoeding ingevolge indexaanpassing

6.Statutaire benoemingen

Varia

 

Art. 2.-De raad draagt de aangeduide vertegenwoordiger Emiel Saerens of de plaatsvervangende vertegenwoordiger Yoeri Vastersavendts op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van TMVS dv vastgesteld op

8 december 2020, te onderschrijven en het stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de OCMW raad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.

 

Publicatiedatum: 23/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 oktober 2020

 

Tussentijdse rapportering BBC 2020

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Juridisch

 

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

 

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

 

Titel 4: de beleids- en beheerscyclus van de gemeente en OCMW van het decreet over het lokaal bestuur, d.d. 22 december 2017.

 

Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC).

 

Het ministrieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids-en beheerscclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).

 

De minimale inhoud van de opvolgingsrapportering is bepaald in artikel 29 BVR BBC en artikel 5 MB BBC:

        Een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan

        Een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar (minstens schema J1 en schema T2 volgens art.5 MB BBC)

        In voorkomend geval, de wijziging van de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan

        In voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's.

 

We onthouden vooral dat bij de gemeente 43,3% van de exploitatie-uitgaven werden gerealiseerd (tegenover 30,11% van de exploitatie-ontvangsten).

 

Op het einde van het 2e kwartaal waren er ruim 3,5 miljoen euro investeringen gerealiseerd.

 

Bij het OCMW werd 45,3% van de exploitatie-uitgaven gerealiseerd (tegenover 48,9% van de exploitatie-ontvangsten).

 

Besluit:

 

Enig art. :De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de tussentijdse rapportering BBC 2020.

 

Publicatiedatum: 23/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 oktober 2020

 

Aanpassing gezamenlijk personeelskader

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Juridisch

 

Het decreet over het lokaal bestuur d.d. 22 december 2017, meer bepaald art. 161 en 171§4 betreffende het organogram.

 

Het decreet over het lokaal bestuur d.d. 22 december 2017, meer bepaald art. 77 en 78 betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur d.d. 22 december 2017, meer bepaald art. 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

 

Het bestuursdecreet d.d. 7 december 2018.

 

Het gemeenteraadsbesluit d.d. 17 december 2018 houdende de goedkeuring van het gezamenlijk personeelsorganigram en het personeelskader en de daaropvolgende wijzigingen.

 

Feitelijk

 

De noodzaak om het personeelskader aan te passen in functie van de veranderde noden en behoeften bij de verschillende departementen.

 

Het OCMW dient op basis van de recente raming van de federale pensioendienst een responsabiliseringsbijdrage te betalen vanaf 2019 (€ 51.769 in 2019,

€ 135.525 in 2020, € 201.250 in 2021 en zelfs € 694.436 in 2025).

Het is bijgevolg aangewezen om bijkomende statutairen in het personeelskader op te nemen bij het departement maatschappelijk welzijn om de balans tussen pensioenlast en pensioenbijdrage te herstellen.

 

Voorstel tot aanpassing personeelskader:

 

DEPARTEMENT ALGEMEEN BESTUUR

 

- mutatie van deskundige sociale zaken naar burgerzaken

- bij de personeelsdienst in de toekomst contractuele aanwerving op B-niveau (B1-B3) in plaats van op C-niveau

- bij ICT een bevorderingsfunctie voor systeembeheerder (B4-B5- statutair) voorzien en een nieuwe deskundige (B1-B3-contractueel)

 

 

DEPARTEMENT ORGANISATIEONDERSTEUNING

 

- de bevorderingsfunctie van ploegbaas (D4-D5 - statutair) bij "faciliteiten en onderhoud" wordt niet langer als uitdovend voorzien

- Er wordt een bijkomende functie voor verantwoordelijke onderhoud (D1-D3 -contractueel) voorzien voor de scholen

 

DEPARTEMENT GRONDGEBIEDZAKEN

 

- De dienst "openbare werken, ruimtelijke ordening, milieu, lokale economie en landbouw" zal voortaan "openbare werken, omgeving, wonen en ondernemen" heten.

- Het diensthoofd omgeving - wonen- ondernemen (A4a-4b) wordt lid van het MAT.

- Aanpassing van het kader aan de realiteit: 2 contractuele A-niveaus als diensthoofd/expert (nu was er slechts 1 voorzien) en 1 coördinator (B4-B5 - statutair) in plaats van 2 (aangezien er 1 vervangen werd door een A-niveau)

- Er wordt een bijkomende deskundige (B1-B3 - contractueel) voorzien voor de dienst gebouwen.

 

DEPARTEMENT VRIJE TIJD EN ONDERWIJS

 

- De dienst evenementen is niet langer een eenmansdienst en zal deel uitmaken van de cultuurdienst (cultuur, CC, BIB, evenementen). De coördinator evenementen (C4-C5) zal deel uitmaken van de dienst cultuur.

 

DEPARTEMENT MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

 

- Aanpassing van het kader aan de realiteit: van 3 naar 2 administratief medewerkers (C1-C3 - contractueel)

- De dienst "sociale zaken, integratie en ontwikkelingssamenwerking" zal voortaan enkel "integratie" heten.

- De deskundige integratie (0,5 VTE) muteert van dienst integratie naar burgerzaken.

- De maatschappelijk assistenten van de dienst tewerkstelling, buurtwerking en onthaalouders worden statutair. Tot nu toe was dit enkel voorzien voor de maatschappelijk assistenten van de sociale dienst. Dit zal een positief effect hebben op de responsabiliseringsbijdrage die het OCMW moet betalen.

- De functie van coördinator huis van het kind (B1-B3 - contractueel) wordt een statutaire bevorderingsfunctie (B4-5) aangezien de coördinator ook taken zal opnemen voor de dienst onthaalouders.

 

Het overleg met de syndicale afvaardiging op 15 september 2020 met een protocol van akkoord.

 

Besluit:

Met 14 ja-stemmen (Koenraad Van Elsen, Peter Verbiest, Sigrid Goethals, Jan De Backer, Geert Heyvaert, Joris Van Den Cruijce, Emiel Saerens, Edwin Fabri, Johan De Rop, Kristof Gaublomme, Tim Lengeler, Marie-Berthe Wyns, Guy De Bondt en Chris Lanssens), 5 nee-stemmen (Yoeri Vastersavendts, Rita De Vos, Niel Delgouffe, Danny Van Hemelrijck en Johan Berben), 7 onthoudingen (Willy Michiels, Erik Beunckens, Edward Van Keer, Theo Hamers, Gilbert Verdoodt, Chris De Knop en Caroline Robberechts)

 

 

Enig art.:Het aangepaste personeelskader, als bijlage, wordt goedgekeurd.

 

Publicatiedatum: 23/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 oktober 2020

 

Aanpassing rechtspositieregeling OCMW personeel

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Juridisch

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het decreet, d.d. 29 juni 2012, houdende wijziging van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikel 26 tot wijziging van artikel 114.

Het besluit van de Vlaamse regering d.d. 7 december 2007 en 12 november 2010.

 

De raadsbeslissing d.d. 25 mei 2009, houdende goedkeuring rechtspositieregeling voor het OCMW personeel en aanpassingen.

 

De raadsbeslissing, d.d. 21 december 2011, houdende goedkeuring van de rechtspositieregeling voor de personeelsleden tewerkgesteld volgens artikel 104§1 en 2 van het OCMW decreet en artikel 104§6 van het OCMW decreet en de daarop volgende raadsbeslissingen tot aanpassing van de RPR.

 

Feitelijk

 

In de RPR dienen nog een aantal artikelen te worden aangepast naar aanleiding van de vervanging van de klassieke evaluatiecyclus door de feedbackcultuur

(cf. besluit d.d. 20 april 2020).

 

De bevordering en de doorstroming in de functionele loopbaan is immers niet meer verbonden aan een gunstig evaluatieresultaat.

 

Het Bijzonder Onderhandelingscomité d.d. 15 september 2020 met een protocol van akkoord.

 

Besluit:

Met algemene stemmen

 

 

Art. 1-Door de overschakeling naar de feedbackcultuur is een gunstig

evaluatieresultaat geen vereiste meer voor de doorstroming naar de volgende salarisschaal.

Art. 53 van de RPR bepaalt al dat het personeelslid voor wie een opvolgtraject van zes maanden werd opgestart geen recht heeft op de volgende salarisschaal.

Ook voor bevordering en personeelsmobiliteit is een gunstige evaluatie niet langer een vereiste.

De behoefte tot deelname aan een vorming kan nu ook blijken uit het feedbackproces.

De artikelen bij de evaluatie van het mandaat en de definitieve ambtsneerlegging dienen ook aangepast te worden.

Bijgevolg wordt art. 87, art. 108 tot 112, art. 116, art. 119 tot 122, art. 127 tot 128 en art. 155 in de RPR voor OCMW personeel cf art. 104§1 en 2 OCMW decreet en de gelijkaardige artikelen in de RPR voor OCMW personeel cf art. 104§6 van het decreet (art. 68, 89 tot 93, 97, 100 tot 103, 108, 109, 117 en 135 hieronder vermeld in het cursief tussen haakjes) aangepast als volgt:

 

Art. 87 (art.68). Als er meerdere personeelsleden in aanmerking komen voor een bepaalde vormingsactiviteit en een gelijktijdige deelname vanwege het dienstbelang niet mogelijk is, kan de algemeen directeur, naar gelang van het geval, op basis van een van de volgende criteria voorrang geven:

1)                Aan het personeelslid met een rechtstreeks functioneel belang bij de opleiding, zoals blijkt uit zijn functiebeschrijving, persoonlijke doelstellingen of planning;

2)                Aan het personeelslid van wie uit de evaluatie of het feedbackproces blijkt dat het baat heeft bij de vormingsactiviteit;

3)                Aan het personeelslid van wie uit de evaluatiehet feedbackproces blijkt dat het een bijzondere verdienste heeft op het domein van de vormingsactiviteit;

4)                Aan het personeelslid dat zich in het kader van een taakverdeling specialiseert in de materie;

5)                Aan het personeelslid met de laagste anciënniteit dat zich nog in de fase bevindt van kennisverwerving of de verwerving van vaardigheden met betrekking tot de functie;

6)                Aan personeelsleden van een bepaalde dienst om functionele redenen.

 

Art. 108 (ar. 89). Niveau A:

De functionele loopbanen en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen zijn voor het niveau A:

1° voor de graden van rang Av:

A1a-A2a-A3a:

van A1a naar A2a na 4 jaar schaalanciënniteit in A1a en een gunstig evaluatieresultaat;

van A2a naar A3a na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in A1a en A2a en een gunstig evaluatieresultaat.

 

A1a-A1b-A2a:

van A1a naar A1b na 4 jaar schaalanciënniteit in A1a en een gunstig evaluatieresultaat;

van A1b naar A2a na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in A1a en A1b en een gunstig evaluatieresultaat.

 

2° voor de graden van rang Avb, een van de volgende functionele loopbanen:

A6a-A7a-A7b:

van A6a naar A7a na 4 jaar schaalanciënniteit in A6a en een gunstig evaluatieresultaat;

van A7a naar A7b na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in A6a en A7a en een gunstig evaluatieresultaat.

 

A6a-A6b-A7a

van A6a naar A6ba na 4 jaar schaalanciënniteit in A6a en een gunstig evaluatieresultaat;

van A6b naar A7ab na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in A6a en A6b en een gunstig evaluatieresultaat.

3° voor de graden van rang Ax:

A4a-A4b: van A4a naar A4b na 9 jaar schaalanciënniteit in A4a en een gunstig evaluatieresultaat;

4° voor de graden van rang Axb:

A8a-A8b: van A8a naar A8b na 9 jaar schaalanciënniteit in A8a en een gunstig evaluatieresultaat;

5° voor de graden van rang Ay:

A5a-A5b: van A5a naar A5b na 9 jaar schaalanciënniteit in A5a en een gunstig evaluatieresultaat;

6° voor de graden van rang Ayb:

A9a-A9b: van A9a naar A9b na 9 jaar schaalanciënniteit in A9a en een gunstig evaluatieresultaat;

7° voor de graden van rang Az:

A10a-A10b: van A10a naar A10b na 9 jaar schaalanciënniteit in A10a en een gunstig evaluatieresultaat.

 

Art. 109 . Niveau B (art.90 zie cursief hieronder)

De functionele loopbanen en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen zijn voor het niveau B:

                Voor de graden van rang Bv:

B1-B2-B3:

van B1 naar B2 na 4 jaar schaalanciënniteit in B1 en een gunstig evaluatieresultaat;

van B2 naar B3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in B1 en B2 en een gunstig evaluatieresultaat.

 

                Voor de graad van rang Bx:

B4-B5: van B4 naar B5 na 9 jaar schaalanciënniteit in B4 en een gunstig evaluatieresultaat.

 

Art. 90. De functionele loopbanen en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen zijn voor het niveau B:

1° in de graden van logopedist, kinesist en ergotherapeut, sociaal assistent:

B1-B2-B3:

1) van B1 naar B2 na 4 jaar schaalanciënniteit in B1 en een gunstig evaluatieresultaat;

2) van B2 naar B3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in B1 en B2 en een gunstig evaluatieresultaat;

3) in de graden van gegradueerde verpleegkundige, kinesist, ergotherapeut, logopedist in de federaal gefinancierde instellingen:

BV1-BV2-BV3:

- van BV1 naar BV2 na 4 jaar schaalanciënniteit in BV1 en een gunstig evaluatieresultaat;

- van BV2 naar BV3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in BV1 en BV2 en een gunstig evaluatieresultaat;

 

2° voor de graad van rang Bx:

B4-B5: van B4 naar B5 na 9 jaar schaalanciënniteit in B4 en een gunstig evaluatieresultaat.

 

3° in de graden van hoofdverpleegkundige in overgang:B4-B5

 

4° in de graden van hoofdverpleegkundige: BV5

 

5° voor de graad directeur rusthuis:

B6-B7: van B6 naar B7 na 9 jaar schaalanciënniteit in B6 en een gunstig evaluatieresultaat.

 

Art. 110. Niveau C (art.91 zie cursief hieronder)

De functionele loopbanen en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen zijn voor het niveau C:

1° voor een graad van rang Cv:

C1-C2-C3:

van C1 naar C2 na 4 jaar schaalanciënniteit in C1 en een gunstig evaluatieresultaat;

van C2 naar C3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in C1 en C2 en een gunstig evaluatieresultaat;

 

C1-C2 (begeleider initiatieven BKO):

van C1 naar C2 na 4 jaar schaalanciënniteit in C1 en een gunstig evaluatieresultaat;

 

2° voor de graad van rang Cx:

C4-C5: van C4 naar C5 na 9 jaar schaalanciënniteit in C4 en een gunstig evaluatieresultaat.

 

Art. 91.De functionele loopbanen en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen zijn voor het niveau C:

1° voor een graad van rang Cv:

C1-C2-C3:

- van C1 naar C2 na 4 jaar schaalanciënniteit in C1 en een gunstig evaluatieresultaat;

- van C2 naar C3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in C1 en C2 en een gunstig evaluatieresultaat;

 

2° in de graden van ziekenhuisassistent en verpleegassistent: C1-C2-C3

- van C1 naar C2 na 4 jaar schaalanciënniteit in C1 en een gunstig evaluatieresultaat;

- van C2 naar C3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in C1 en C2 en een gunstig evaluatieresultaat;

 

3° in de graden van gebrevetteerde verpleegkundige:

Van C3 naar C4 na 9 jaar schaalanciënniteit in C3 en een gunstig evaluatieresultaat

 

4° voor de graad van rang Cx:

C4-C5: van C4 naar C5 na 9 jaar schaalanciënniteit in C4 en een gunstig evaluatieresultaat.

 

Art. 111. Niveau D (art. 92 zie cursief hieronder)

De functionele loopbaan en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen voor het niveau D zijn:

1° voor de graad van rang Dv:

D1-D2-D3:

van D1 naar D2 na 4 jaar schaalanciënniteit in D1 en een gunstig evaluatieresultaat;

van D2 naar D3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in D1 en D2 en een gunstig evaluatieresultaat.

 

2° voor de graad van rang Dx, waaraan het functieprofiel in hoofdzaak de leiding over een ploeg medewerkers verbindt, en op voorwaarde dat de functiehouder van die graad die leidinggevende opdracht ook effectief vervult:

D4-D5: van D4 naar D5 na 9 jaar schaalanciënniteit in D4 en een gunstig evaluatieresultaat.

 

Art. 92. De functionele loopbaan en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen zijn voor het niveau D:

1° voor een graad van rang Dv:

D1-D2-D3:

- van D1 naar D2 na 4 jaar schaalanciënniteit in D1 en een gunstig evaluatieresultaat;

- van D2 naar D3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in D1 en D2 en een gunstig evaluatieresultaat.

 

2° in de graden van bejaardenhelpster niet houder van brevet Hoger Secundaire Beroepssschool of daarmee gelijkgesteld: D1-D2-D3

 

3°voor een graad van rang Dx:

D4-D5: van D4 naar D5 na 9 jaar schaalanciënniteit in D4 en een gunstig evaluatieresultaat

 

Art. 112. (art.93) Niveau E

De functionele loopbaan en de voorwaarden voor doorstroming naar de volgende salarisschalen voor het niveau E zijn, voor de graad van rang Ev:

E1-E2-E3:

van E1 naar E2 na 4 jaar schaalanciënniteit in E1, en een gunstig evaluatieresultaat;

van E2 naar E3 na 18 jaar gecumuleerde schaalanciënniteit in E1 en E2, en een gunstig evaluatieresultaat.

 

Art. 116.(art.97) Om voor bevordering in aanmerking te komen moeten de kandidaten:

                Een minimale anciënniteit hebben;

Kandidaten kunnen enkel deelnemen aan de selectieprocedure, op voorwaarde dat ze over de minimale vereiste anciënniteit beschikken op het ogenblik van de in de vacature voorziene ingangsdatum van de bevordering.

                Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

                Als de functie een beschermde titel behelst of een gespecialiseerde functie is, het diploma of getuigschrift of een van de diploma's hebben die gelden bij aanwerving;

                Slagen voor een selectieprocedure.

 

Art. 119. (art.100) Niveau A

§ 1. De algemene voorwaarden voor bevordering zijn:

Voor een graad van rang Ay, schalen A5a-A5b (tweede hogere graad, lijnfunctie, staffunctie of expertfunctie):

Titularis zijn van een graad van rang Ax of Av;

Ten minste 6 jaar niveauanciënniteit hebben in niveau A, waarvan ten minste 4 jaar recente ervaring hebben als lijnfunctionaris of als expert, naargelang van de aard van de functie, in een graad van de rangen Ax of Av;

Een diploma hebben dat toegang geeft tot niveau A;

Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie die uitgevoerd werd sinds de kandidaat een lijnfunctie/expertfunctie bekleedt

Slagen voor de selectieprocedure.

 

Voor een graad van rang Ax, schalen A4a-A4b (eerste hogere graad, lijnfunctie, staffunctie of expertfunctie):

Titularis zijn van rang Av, schalen A1a-A3a of A1a-A1b-A2a

Ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Av als lijnfunctionaris of als expert naar gelang van de functie;

Een diploma hebben dat toegang geeft tot niveau A;

Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie die uitgevoerd werd sinds de kandidaat een lijnfunctie/expertfunctie bekleedt (kiezen);

Slagen voor de selectieprocedure.

 

Voor een graad van rang Av, schalen A1a-A3a of A1a-A1b-A2a (basisgraad):

Titularis zijn van een graad van niveau B of niveau C;

Ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van niveau B of ten minste 6 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van niveau C of in beide niveaus samen;

Als de functie een beschermde titel behelst of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de functie;

Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

Slagen voor de selectieprocedure.

 

Voor een graad van rang Avb, schalen A6a-A6b-7a (eerste hogere graad, lijnfunctie, staffunctie of expertfunctie):

Titularis zijn van een graad rang Ax of Av;

Ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Av als lijnfunctionaris of als expert naargelang de functie;

Master in de ingenieurswetenschappen of diploma burgerlijk ingenieur hebben;

Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie die uitgevoerd werd sinds de kandidaat een lijnfunctie/expertfunctie bekleedt;

Slagen voor de selectieprocedure.

 

Art. 120. Niveau B (art. 101 zie cursief hieronder)

De specifieke voorwaarden voor een bevordering zijn:

Voor een graad van rang Bx, schalen B4-B5 (hogere graad, lijnfunctie):

Ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Bv, schalen B1-B3 of ten minste 6 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Cx, schalen C4-C5;

Als de functie een beschermde titel betreft of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de vacante functie;

Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

Slagen voor de selectieprocedure.

 

Voor een graad van rang Bv, schalen B1-B3 (basisgraad):

Ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Cv, schalen C1-C3 of ten minste 6 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van ten minste rang Dv;

Als de functie een beschermde titel betreft of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de vacante functie;

Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

Slagen voor de selectieprocedure.

 

Art. 101. Niveau B

De algemene voorwaarden voor een bevordering zijn:

1° voor een graad van rang Bx, schalen B4-B5 (hogere graad, lijnfunctie):

a) ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Bv, schalen B1-B3 of ten minste 6 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Cx, schalen C4-C5;

b) als de functie een beschermde titel betreft of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de vacante functie;

c) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

d) slagen voor de selectieprocedure.

 

2° voor de graad van rusthuisdirecteur, schaal B6-B7

a) ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang BV, schalen B3

b) een gunstige evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

c) slagen voor de selectieprocedure.

 

3° voor de graad van hoofdverpleegkundige (B4):

a) Ten minste 4 jaar graadanciënniteit in een graad van rang BV, schalen BV1-BV2-BV3 (verpleegkundige)

b) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

c) slagen voor de selectieprocedure.

 

2° voor een graad van rang Bv, schalen B1-B3 (basisgraad):

a) ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Cv, schalen C1-C3 of ten minste 6 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van ten minste rang Dv

b) als de functie een beschermde titel betreft of een specialisatie die een diploma vereist, voldoen aan de diplomavereiste die geldt bij aanwerving voor de vacante functie;

c) een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

d) slagen voor de selectieprocedure.

 

Art. 121. (art. 102) Niveau C

Voor een graad van rang Cx, schalen C4-C5 (lijnfunctie, staffunctie of expertfunctie):

a.                 Ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Cv voor een lijnfunctie of ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad die naar taakinhoud en functieprofiel aansluit bij de expertfunctie voor een expertfunctie;

OF

b.                 Ten minste 6 jaar niveauanciënniteit hebben in niveau D voor een lijnfunctie, en ten minste 6 jaar niveauanciënniteit hebben in niveau D in een graad die naar taakinhoud en functieprofiel aansluit bij de expertfunctie voor een expertfunctie;

Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

Slagen voor de selectieprocedure.

 

Voor een graad van rang Cv, schalen C1-C3:

Ten minste 4 jaar anciënniteit hebben in niveau D of 6 jaar anciënniteit in niveau E;

Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

Slagen voor de selectieprocedure.

 

Art. 122.(art. 103) Niveau D

Voor een graad van rang Dx, schaal D4-D5 (technische hogere rang):

Ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Dv, al dan niet in een bepaald vak; of 6 jaar graadanciënniteit in een graad van niveau E, al dan niet in een bepaald vak;

Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

Slagen voor de selectieprocedure.

 

Voor een graad van rang Dv, schalen D1-D3:

Ten minste 4 jaar graadanciënniteit hebben in een graad van rang Ev, al dan niet in een bepaald vak;

Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;

Slagen voor de selectieprocedure.

 

Art. 127.(art. 108)

§ 1. De kandidaten moeten ten minste:

c.                  Een minimale graadanciënniteit van vier jaar hebben;

d.                 Een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie;

e.                 Voldoen aan de competentievereisten die vastgesteld zijn in de functiebeschrijving;

f.                   Zo nodig, voldoen aan de diplomavereiste voor de functie.

 

Art. 128.(art. 109)

§ 1. Als de functie vervuld wordt door functiewijziging, dan worden de kandidaten onderworpen aan een gestructureerd interview door een selectiecommissie die nagaat of de kandidaat voldoet aan de competentievereisten voor de vacante functie.

De selectiecommissie wordt samengesteld volgens de regels vastgesteld in art. 14 en functioneert in overeenstemming met de bepalingen van art. 15 en 16.

Het interview is ondermeer gebaseerd op:

                De selectiecriteria, afgeleid van het functieprofiel voor de vacante functie;

                Een vooraf door de kandidaten ingevuld CV-formulier;

                De laatste evaluatie van de kandidaat. Het feedbackproces.

De selectiecommissie formuleert op basis van het interview een conclusie over de geschiktheid of de ongeschiktheid van de kandidaten en stelt een rangorde van geschikt bevonden kandidaten voor.

§ 2. Als de functie vervuld wordt door graadverandering, dan worden de kandidaten onderworpen aan een selectieprocedure die bestaat uit:

                Een gestructureerd interview, gebaseerd op:

De selectiecriteria, afgeleid van het functieprofiel voor de vacante functie;

Een vooraf door de kandidaten ingevuld CV-formulier;

De laatste evaluatie van de kandidaat. Het feedbackproces.

 

Art. 137 (art. 117 zie cursief hieronder). Artikels 77, 78, 79, 80, 81, 82,en 84 zijn van overeenkomstige toepassing op de evaluatie van de mandaathouder in de functie van algemeen directeur en de financieel directeur van de gemeente.

Art. 48 tot en met 60 en art. 61 en 62 55, met uitzondering van het ontslag, zijn van overeenkomstige toepassing op de evaluatie van een mandaathouder in een niet-decretale graad.

 

Art. 117.

 

Artikel 42 tot en met 50 43 tot en met 53 en artikel 54 en 55, met uitzondering van het ontslag, zijn van overeenkomstige toepassing op de evaluatie van een mandaathouder in een niet-decretale graad.

 

Art. 138.(art. 118)

§ 1. Drie maanden vóór de afloop van een mandaatperiode, krijgt de mandaathouder een eindevaluatie over de afgelopen mandaatperiode, waarbij rekening wordt gehouden met de evaluaties en/of feedbackgesprekken tijdens het mandaat.

 

Art. 155. (art. 135 zie cursief hieronder) De volgende zaken geven aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het vast aangestelde statutaire personeelslid:

1° het vrijwillig ontslag

2° de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid naar aanleiding van een evaluatie met het evaluatieresultaat ongunstig naar aanleiding van eenongunstige evaluatie van het opvolgtraject zoals vermeld in artikel 53. Voor de algemeen directeur en financieel directeur is art. 84 van toepassing.

3° de pensionering ingevolge de toepassing van de pensioenwetgeving

4° het bereiken van de leeftijd van 65 jaar

In afwijking van het eerstelid,4°, kan de aanstellende overheid het vast aangestelde statutaire personeelslid na het bereiken van de leeftijdsgrens van 65 jaar in dienst houden. Het statutaire dienstverband wordt verlengd op verzoek van de aanstellende overheid of op verzoek van het personeelslid.

In het eerste geval is de uitdrukkelijke instemming van het personeelslid vereist. In het tweede geval is de uitdrukkelijke instemming van de aanstellende overheid vereist. In beide gevallen verleent de aanstellende overheid de verlenging voor een periode van hoogstens één jaar, telkens verlengbaar met hoogstens één jaar. Het betrokken personeelslid behoudt gedurende de volledige periode van de verlenging de hoedanigheid van vast aangesteld statutair personeelslid.

 

Art. 135. Naast de ambtsneerlegging als gevolg van de pensioenwetgeving, geven de volgende zaken aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het vast aangestelde statutaire personeelslid:

1° het vrijwillige ontslag;

2° de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid naar aanleiding van een evaluatie met het evaluatieresultaat ongunstigongunstige evaluatie van het opvolgtraject zoals vermeld in artikel 48 ;

3° de pensionering ingevolge de toepassing van de pensioenwetgeving;

4° het bereiken van de leeftijd van 65 jaar

 

Art. 2-Deze wijzigingen aan de rechtspositieregeling zijn van kracht vanaf

1 november 2020.

 

Publicatiedatum: 23/11/2020
Overzicht punten

 

Zitting van 19 oktober 2020

 

Reglement waardebonnen consumptiebudget

 

 

Motivering:

 

Bevoegdheid

 

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

 

Juridisch

 

Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 78, tweede lid, 3°.

 

Het ministerieel besluit van 30 juni 2020, en latere wijzigingen, houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2020 tot toekenning van een specifieke subsidie aan de Vlaamse gemeenten, OCMW’s en de Vlaamse Gemeenschapscommissie ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen.

 

Feitelijk

 

Het OCMW Asse wenst aan elk gezinshoofd dat behoort tot een kwetsbare doelgroep, vermeld in artikel 2 van het reglement inzake de toekenning en het gebruik van waardebonnen ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen en van de lokale economie, gemeentelijke geschenkbonnen met een totale waarde van 30 euro, één waardebon van Action ter waarde van 40 euro en één waardebon van Bristol ter waarde van 40 euro te schenken, om:

 

-enerzijds de koopkracht te versterken van huishoudens die omwille van de

coronacrisis een ernstig inkomensverlies leden of die reeds met een laag inkomen dienden rond te komen en zich daardoor in een specifieke

noodsituatie bevinden, en

-anderzijds lokale handelszaken en organisaties, die evenzeer door de

coronacrisis sterk zijn getroffen, te steunen.

 

Onder kwetsbare doelgroepen worden begrepen:

1.Personen welke automatisch in aanmerking komen:

-Personen met een leefloon of gelijkgestelde steun

-Personen met een inkomen die nu reeds aanvullende maandelijkse steun

krijgen

2.Personen die in aanmerking komen na een sociaal onderzoek door

het OCMW Asse

-Personen die een budgetbeheer volgen

-Personen in collectieve schuldenregeling

-Personen die een bijkomende steun hebben verkregen of nog zullen bekomen

van het OCMW doordat zij als gevolg van coronamaatregelen in een financieel precaire toestand zijn terecht gekomen;

-Personen die na aftrek van de vaste maandelijkse kosten een leefgeld lager

dan het leefloon overhouden en bijgevolg recht openen op een steun ihkv de participatie en sociale activering

-Kansarme gezinnen in begeleiding bij het Huis van het Kind

(Vonk, Pamperkaarten,…)

-LOI-bewoners

De hierboven vermelde personen dienen te vallen onder de bevoegdheid van het OCMW van Asse, en dit op basis van de Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, dan wel op basis van enige bijzondere bevoegdheidsregel ten laste vallen van het OCMW van Asse.

 

De waardebonnen zijn geldig tot uiterlijk 31 december 2021.

 

De gemeentelijke waardebon kan besteed worden bij handelszaken of organisaties, die zich vooraf registreerden en ingeschreven zijn in de kruispuntbank voor ondernemingen met vestiging op het grondgebied van de gemeente.

 

Het OCMW acht het wenselijk een reglement inzake de toekenning en het gebruik van waardebonnen ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen en van de lokale economie goed te keuren.

 

Het Besluit van de Vlaamse Regering dd. 10 juli 2020 stelt dat ten gevolge van de indamming van de verspreiding van het coronavirus heel wat mensen geconfronteerd werden met inkomensverlies.

 

Er wordt vermeld dat mensen met een laag inkomen vaak niet over een sterke buffer beschikken om dit inkomensverlies op te vangen.

 

Daarnaast zijn er heel wat mensen die geen beroep kunnen doen op het stelsel van de tijdelijke werkloosheid waardoor zij terugvallen op een leefloon of een inkomensvervangende uitkering.

 

Er wordt een belangrijke toename van het aantal leefloonaanvragen gemeld en een stijging van een aantal prijzen voor onder meer consumentengoederen.

 

In afwachting van een indexaanpassing betekent dat volgens de Vlaamse Regering dat wie moet rondkomen van een vervangingsinkomen zoals een leefloon of inkomensvervangende uitkering het nu vaak extra moeilijk heeft en in de problemen komt om essentiële uitgaven te doen zoals uitgaven voor persoonlijke verzorging, kleding, educatief materiaal en voeding.

 

Vanuit de Sociale Dienst en de Dienst Welzijn werd opgemerkt dat de kansarme doelgroepen die door hen begeleid worden het moeilijk hebben om voor de start van het schooljaar en voor gezinnen zonder kinderen voor de start van de herfst/winter bepaalde essentiële aankopen te doen zoals schoolmateriaal, (winter)schoenen, winterkleding, persoonlijke verzorgingsproducten, …

 

Na een telling van het aantal lopende dossiers in de doelgroepen zoals eerder vermeld, vermeerderd met een inschatting van de bijkomende dossiers tot eind 2021, werd de doelgroep bepaald op 600 gezinnen (zowel alleenstaanden als gezinnen met kinderen).

 

Binnen deze gekozen doelgroep worden zowel de reeds gekende kansarme gezinnen als ook de nieuwe door corona getroffen gezinnen opgenomen.

 

Gezien het beschikbaar budget van de Vlaamse subsidie als consumptiebudget voor kwetsbare gezinnen (64 450,82 euro) en vanuit de gesignaleerde noden werd geopteerd de doelgroep niet meer uit te breiden om zodanig een redelijk budget aan waardebonnen per gezin te kunnen aanbieden.

 

Bijgevolg werd ook geopteerd om voor deze doelgroep 80 euro van het budget te besteden aan waardebonnen, uit te geven bij twee budgetvriendelijke winkels waar zij met het beschikbaar budget de eerder vermelde noodzakelijke goederen kunnen aankopen.

 

Daarnaast worden ook de kleinere lokale handelaars niet vergeten en kan ook 30 euro bij hen besteed worden tot eind 2021.

 

Vanuit de Sociale Dienst en de Dienst Welzijn van het OCMW Asse wordt het, rekening houdende met de doelgroep, wenselijk geacht de bonnen in persoonlijk contact te overhandigen met begeleiding omtrent waar deze kunnen besteed worden in functie van de persoonlijke noden van het betrokken gezin.

 

Het positief advies van het vast bureau van 7 september 2020 over het voorgestelde reglement inzake de toekenning en het gebruik van waardebonnen ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen en van de lokale economie.

 

De vraag van de raad voor maatschappelijk welzijn, in zitting van 21 september 2020, om dit dossier verder te bespreken met de werkgroep sociale zaken en welzijn.

 

De betreffende werkgroep heeft het dossier besproken op 24 september 2020 en legt een aangepast reglement voor aan het vast bureau voor definitieve goedkeuring.

 

De beslissing van het vast bureau van28 september 2020 houdende goedkeuring van het reglement.

 

Besluit:

Met 21 ja-stemmen (Koenraad Van Elsen, Peter Verbiest, Sigrid Goethals, Jan De Backer, Geert Heyvaert, Joris Van Den Cruijce, Emiel Saerens, Edwin Fabri, Willy Michiels, Johan De Rop, Kristof Gaublomme, Tim Lengeler, Erik Beunckens, Edward Van Keer, Marie-Berthe Wyns, Guy De Bondt, Theo Hamers, Gilbert Verdoodt, Chris De Knop, Caroline Robberechts en Chris Lanssens), 5 onthoudingen (Yoeri Vastersavendts, Rita De Vos, Niel Delgouffe, Danny Van Hemelrijck en Johan Berben)

 

 

Enig art. :De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het voorgestelde reglement inzake de toekenning en het gebruik van waardebonnen ter ondersteuning van het consumptiebudget voor kwetsbare doelgroepen en van de lokale economie, als bijlage, goed.

 

Publicatiedatum: 23/11/2020
Disclaimer

Publicatie LBLOD

De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.