Zitting van 28 augustus 2023

Goedkeuring notulen 19 juni 2023.

Motivering:

Bevoegdheid

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Feitelijk

Als bijlage, de notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19 juni 2023.

Besluit:

Met algemene stemmen

Enig art. :

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de notulen van 19 juni 2023 goed.

Zitting van 28 augustus 2023

Verkoop onroerend goed Keiweg - Wetsbeek.

Motivering:

Bevoegdheid

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Juridisch

De omzendbrief van 3 mei 2019 betreffende transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van erkende erediensten.

Feitelijk

De beslissing van het vast bureau, d.d. 13 maart 2023, houdende opdracht:

-opmaak dossier voor de openbare verkoop van o.a. de volgende OCMW eigendom: Keiweg F 705x, bij het kadaster gekend als Wetsbeek, groot 16a 28ca,

-opmaak schattingsverslag en metingsplan voor het betreffende perceel aan landmeter Emiel Van Den Broeck

-opdracht aan het notariaat De Puydt en Verlinde om de verkoopakte op te maken en openbare verkoop te organiseren.

Als bijlage, het proces-verbaal van schatting en het opmetingsplan, d.d. 26 juni 2023, van Landmeter Emiel Van Den Broeck aangaande perceel Asse, sectie F, 705x, Keiweg, links van woning nr 10

Het perceel bestaat uit twee delen namelijk:

-lot A 33ca: in te lijven bij het openbaar domein

-lot B 15a 92ca: te koop aan te bieden perceel met een geschatte waarde van 55.000 euro

Verantwoording

De investering van de opbrengsten wordt gebruikt voor aanpassingswerken in het sociaal huis in het kader van het energiezorgplan.

Besluit:

Met algemene stemmen

Art. 1 - 

De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de verkoop van volgend goed, via het systeem van online verkoop biddit.be.

-perceel grond (Lot B op het metingsplan) gelegen te Asse, Keiweg, links van woning nr 10. Kadastraal gekend onder de eerste afdeling, sectie F, als deel van nummer 705x, met een gemeten oppervlakte van 15a 920ca.

De minimale verkoopwaarde is 55.000 euro

Art. 2 - 

Lot A op het metingsplan, met een grootte van 33ca wordt overgedragen aan de gemeente om ingelijfd te worden bij de openbare weg

Zitting van 28 augustus 2023

Aanpassing rechtspositieregeling OCMW-personeel.

Motivering:

Bevoegdheid

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Juridisch

Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Het decreet, d.d. 29 juni 2012, houdende wijziging van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikel 26 tot wijziging van artikel 114.

Het besluit van de Vlaamse regering d.d. 7 december 2007 en 12 november 2010.

De raadsbeslissing d.d. 25 mei 2009, houdende goedkeuring rechtspositieregeling voor het OCMW personeel en aanpassingen.

De raadsbeslissing, d.d. 21 december 2011, houdende goedkeuring van de rechtspositieregeling voor de personeelsleden tewerkgesteld volgens artikel 104§1 en 2 van het OCMW decreet en artikel 104§6 van het OCMW decreet en de daarop volgende raadsbeslissingen tot aanpassing van de RPR.

Het BVR van 28 januari 2022 tot wijziging van artikel 135 en 209 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 (B.S. 8 maart 2023) tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen;

Feitelijk

In de RPR dienen nog een aantal artikelen te worden aangepast naar aanleiding van -het nieuwe rechtspositiebesluit,

-de wijzigingen op vlak van termijnen voor het maken en opnemen van plus- en overuren

-de wijziging van de verlengingstermijnen loopbaanonderbreking naar aanleiding van palliatief verlof.

Het Bijzonder Onderhandelingscomité van 22 juni 2023 formuleerde een gunstig advies.

Besluit:

Met algemene stemmen

Art. 1: 

Art. 206 (OCMW art. 104 1&2) van de RPR zal als volgt worden aangepast:

§ 1. …

Het personeelslid dat overuren presteert, krijgt compenserende inhaalrust, die opgenomen dient te worden binnen de referentieperiode van 4 maanden, waarbij het jaar wordt opgedeeld in 3 referentieperiodes van 4 maanden:

januari tot en met april;

mei tot en met augustus,

september tot en met december.

●       maart tot en met juni

●       juli tot en met oktober

●       november tot en met februari

Deze compenserende inhaalrust is gelijk aan de duur van de overuren.

Prestaties die geleverd worden in de laatste 3 wekenmaand van de referentieperiode kunnen naar de volgende referentieperiode worden overgedragen.

Art. 2:

Art. 188 (OCMW art. 104 6) van de RPR zal als volgt worden aangepast:

De inhaalrust dient opgenomen te worden binnen de referentieperiode van 4 maanden, waarbij het jaar wordt opgedeeld in 3 referentieperiodes van 4 maanden:

januari tot en met april;

mei tot en met augustus,

september tot en met december.

●       maart tot en met juni

●       juli tot en met oktober

●       november tot en met februari

Prestaties die geleverd worden in de laatste 3 wekenmaand van de referentieperiode kunnen naar de volgende referentieperiode worden overgedragen.

Art. 3:

De loopbaanonderbreking voor palliatief verlof kan 2 keer met 1 maand verlengd worden sinds 1 februari 2017. Hierdoor wijzigt art. 276 (OCMW art. 104 1& 2) of art. 263 (OCMW art. 104 6)

§2. De periode tijdens dewelke de werknemer zijn arbeidsprestaties kan schorsen of verminderen, wordt vastgesteld op één maand en kan twee keer verlengd worden met één maand.

Art. 4:

Naar aanleiding van het nieuwe rechtspositiebesluit van 20 januari 2023 (B.S. 10 maart 2023) wordt een nieuw hoofdstuk III (behorende tot Titel IX Slotbepalingen) met een nieuw artikel 349 (OCMW art. 104 1& 2) of artikel 338 (OCMW art. 104 6) ingevoegd om het personeel (zowel diegenen die via een officiële procedure als via een andere (verkorte) procedure zijn aangeworven) de kans te bieden om mee te doen aan interne procedures.

Hoofdstuk III Overgangsbepalingen naar aanleiding van het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen van 20 januari 2023

Art. 349/338 Met betrekking tot procedures van interne en externe personeelsmobiliteit en bevorderingsprocedures komen personeelsleden die op 18 maart 2023 ten minste 5 jaar werkzaam zijn bij het bestuur hiervoor in aanmerking in afwijking van art. 114 §3 (OCMW art. 104 1&2) of art. 95 §3  (OCMW art. 104 6) en art. 124 §2 (OCMW art. 104 1&2) of art. 105 §2 (OCMW art. 104 6)

Art. 5:

Deze wijzigingen aan de rechtspositieregeling zijn van kracht vanaf 1 september 2023, tenzij anders bepaald.

Zitting van 28 augustus 2023

Aanpassing bijlage 2 van het arbeidsreglement.

Motivering:

Bevoegdheid

De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Juridisch

De wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.

De wet van 18 december 2002 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.

De wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen.

Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Feitelijk

Het personeel dat onder gezag arbeid verricht van het gemeentebestuur, moet worden geïnformeerd over de voorwaarden die op hun arbeidsverhouding van toepassing zijn.

Er wordt een volledig flexsysteem ingevoerd voor een aantal administratieve diensten.

Er dienen een aantal kleine aanpassingen te gebeuren aan bijlage 2 aan het gezamenlijk arbeidsreglement voor OCMW en gemeente.

De besprekingen, dd. 3 mei 2023, met de syndicale afvaardigingen in het Hoog Overlegcomité met een protocol van akkoord.

Besluit:

Met algemene stemmen

Art. 1 - 

In bijlage 2c wordt bij punt 2.1. bij de 3de groep personeelsleden nog een groep personeel toegevoegd dat zal gebruik maken van het volflex systeem:

3. Werkleiders, administratief personeel en diensthoofd Werkliedencentrale

Art. 2 - 

In bijlage 2c wordt bij punt 2.2. 'Referentieperiode' de volgende aanpassing gedaan:

Referentieperiode: binnen een referentieperiode moet men als voltijds personeelslid gemiddeld 37,5 uur per week werken. Er zijn 3 referentieperiodes in een jaar: van 1 januari tot 30 april, van 1 mei tot 31 augustus, van 1 september tot 31 december,van 1 maart tot 30 juni, van 1 juli tot 31 oktober, van 1 november tot 28/29 februari.

Art. 3 - 

In bijlage 2c wordt bij punt 2.3. bij het deel rond 'positief saldo kredieturen' de volgende aanpassing gedaan:

Het saldo van plusuren wordt afgesloten op het einde van iedere referentieperiode, zijnde 30 juni, 31 oktober en 28/29 februari 30 april, 31 augustus en 31 december. Op dat ogenblik wordt de teller plusuren op 0 gezet.

De kredieturen die die maand werden opgebouwd, worden uiteraard wel omgezet in plusuren de maand daaropvolgend.

De plusuren die de laatste 3 weken van demaand werden opgebouwd, worden overgedragen naar de volgende maand.

Art. 4 - 

Deze wijzigingen zijn van kracht vanaf 1 september 2023.

Art. 5 - 

Een exemplaar van deze bijlagen wordt voor kennisgeving bezorgd aan alle personeelsleden die onder gezag arbeid verrichten van het gemeentebestuur.

Art. 6 -  

Een afschrift van dit besluit ter kennisgeving wordt bezorgd aan de Inspectie van de sociale wetten.